Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- commonness:
- common:
-
Wiktionary:
- common → gemeengoed, meent, doorsnee
- common → commuun, gewoon, veelvoorkomend, gemeen, gemene, gewone, gangbaar, gemeenschappelijk, ordinair
- common → genereel, algemeen, generiek, veelvuldig, talrijk, vaak, dikwijls, usueel, compascuum, meent, gemeenschappelijk, gezamenlijk, gemeen, eenvoudig, enkelvoudig, simpel, helder, louter, schoon, proper, puur, rein, zindelijk, zuiver, bloot, enkel, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, ordinair
Engels
Uitgebreide vertaling voor commonness (Engels) in het Nederlands
commonness:
-
the commonness (usualness)
-
the commonness (ordinariness; plainness)
Vertaal Matrix voor commonness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
algemeenheid | commonness; usualness | |
alledaagsheid | commonness; ordinariness; plainness | |
gangbaarheid | commonness; usualness | |
gebruikelijkheid | commonness; usualness | |
gewoonheid | commonness; ordinariness; plainness | |
platitude | commonness; ordinariness; plainness | |
- | coarseness; commonality; commonplaceness; everydayness; expectedness; grossness; raunch; vulgarism; vulgarity |
Verwante woorden van "commonness":
Synoniemen voor "commonness":
Antoniemen van "commonness":
Verwante definities voor "commonness":
commonness vorm van common:
-
common (communal; joint)
gemeenschappelijk; algemeen; meer personen betreffend-
gemeenschappelijk bijvoeglijk naamwoord
-
algemeen bijvoeglijk naamwoord
-
meer personen betreffend bijvoeglijk naamwoord
-
-
common (current; acceptable)
gebruikelijk; courant; gangbaar; gewoon-
gebruikelijk bijvoeglijk naamwoord
-
courant bijvoeglijk naamwoord
-
gangbaar bijvoeglijk naamwoord
-
gewoon bijvoeglijk naamwoord
-
-
common (usual; ordinary; customary; commonly; quite common; habitual; ordinarily)
gebruikelijk; gangbaar; gewoon; gemeen; normaal-
gebruikelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gangbaar bijvoeglijk naamwoord
-
gewoon bijvoeglijk naamwoord
-
gemeen bijvoeglijk naamwoord
-
normaal bijvoeglijk naamwoord
-
-
common (plain; ordinary; ordinarily)
ordinair; alledaags; gewoon; niets bijzonders; eenvoudig-
ordinair bijvoeglijk naamwoord
-
alledaags bijvoeglijk naamwoord
-
gewoon bijvoeglijk naamwoord
-
niets bijzonders bijvoeglijk naamwoord
-
eenvoudig bijvoeglijk naamwoord
-
-
common (average; mediocre)
alledaagse-
alledaagse bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor common:
Verwante woorden van "common":
Synoniemen voor "common":
Antoniemen van "common":
Verwante definities voor "common":
Wiktionary: common
common
Cross Translation:
noun
common
-
mutual good
- common → gemeengoed
-
tract of land
- common → meent
noun
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• common | → genereel; algemeen; generiek | ↔ allgemein — überall |
• common | → veelvuldig; talrijk; vaak; dikwijls | ↔ häufig — vielfach vorkommend, viele Male, immer wieder auftretend |
• common | → usueel | ↔ landläufig — weit verbreitet, üblich |
• common | → compascuum; meent | ↔ Allmende — historisch: das von allen oder einzelnen Berechtigten der Dorfgemeinschaft privat genutzte Gemeindegut, das nicht zur Deckung der Gemeindeausgaben bewirtschaften wird |
• common | → algemeen; gemeenschappelijk; gezamenlijk; gemeen | ↔ commun — Qui sert, qui peut servir à tout le monde ou seulement à plusieurs personnes. |
• common | → eenvoudig; enkelvoudig; simpel; helder; louter; schoon; proper; puur; rein; zindelijk; zuiver; bloot; enkel; absoluut; onvermengd; onvoorwaardelijk; volstrekt | ↔ pur — Qui est sans mélange. |
• common | → ordinair | ↔ vulgaire — Qui est commun |
Computer vertaling door derden: