Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. coiffeur:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor coiffeur (Engels) in het Nederlands

coiffeur:

coiffeur [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the coiffeur (hairdresser)
    de kapper; de coiffeur
    • kapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • coiffeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor coiffeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coiffeur coiffeur; hairdresser
kapper coiffeur; hairdresser barber; caper; hairdresser

Synoniemen voor "coiffeur":


Verwante definities voor "coiffeur":

  1. a man hairdresser1

Wiktionary: coiffeur


Cross Translation:
FromToVia
coiffeur kapper; kapster coiffeur — Personne dont le métier est de couper et coiffer les cheveux, et éventuellement la barbe
coiffeur coiffure; kapsel coiffure — Manière dont on arrange les cheveux.