Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. coaster:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor coaster (Engels) in het Nederlands

coaster:

coaster [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the coaster (mat; table-mat; stand)
    de mat; het matje; de onderlegger; de onderzetter; de placemat; het tafelmatje
    • mat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • matje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • onderlegger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • onderzetter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • placemat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tafelmatje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the coaster (beer mat)
    het bierviltje
  3. the coaster (mat)
    het kelkenbakje; de onderzetter
  4. the coaster (coasting-vessel)
    de kustvaarder

Vertaal Matrix voor coaster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bierviltje beer mat; coaster
kelkenbakje coaster; mat
kustvaarder coaster; coasting-vessel
mat coaster; mat; stand; table-mat door-mat; grass; grassed surface; rush-bottom
matje coaster; mat; stand; table-mat
onderlegger coaster; mat; stand; table-mat
onderzetter coaster; mat; stand; table-mat
placemat coaster; mat; stand; table-mat
tafelmatje coaster; mat; stand; table-mat
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mat dopey; dozy; drained; drowsy; dull; dusted; frosted; languid; listless; mat; matt; matted; mindless; misty; muzzy; powdered; sleepy; soporific; staggered; stupefied; tired; washed out; weary

Verwante woorden van "coaster":

  • coasters

Synoniemen voor "coaster":


Verwante definities voor "coaster":

  1. a covering (plate or mat) that protects the surface of a table (i.e., from the condensation on a cold glass or bottle)1
  2. someone who coasts1
  3. a resident of a coastal area1

Wiktionary: coaster

coaster
noun
  1. piece of material used to protect the surface of a table
coaster
noun
  1. een vrij klein handelsschip bedoeld voor de zeevaart in de kustwateren

Verwante vertalingen van coaster