Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal clattering

Vertaal clattering van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. clattering:
  2. clatter:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor clattering (Engels) in het Nederlands

clattering:

clattering [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the clattering
    het geklepper

Vertaal Matrix voor clattering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geklepper clattering

Verwante woorden van "clattering":


Synoniemen voor "clattering":


clatter:

to clatter werkwoord (clatters, clattered, clattering)

  1. to clatter (clack; clapper)
    klakken; kleppen
    • klakken werkwoord (klak, klakt, klakte, klakten, geklakt)
    • kleppen werkwoord (klep, klept, klepte, klepten, geklept)
  2. to clatter (blare; rant)
    tetteren; luidkeels iets verkondigen; schetteren
  3. to clatter (clump)
    klossen; lopen met geluid
  4. to clatter
    stommelen
    • stommelen werkwoord (stommel, stommelt, stommelde, stommelden, gestommeld)

Conjugations for clatter:

present
  1. clatter
  2. clatter
  3. clatters
  4. clatter
  5. clatter
  6. clatter
simple past
  1. clattered
  2. clattered
  3. clattered
  4. clattered
  5. clattered
  6. clattered
present perfect
  1. have clattered
  2. have clattered
  3. has clattered
  4. have clattered
  5. have clattered
  6. have clattered
past continuous
  1. was clattering
  2. were clattering
  3. was clattering
  4. were clattering
  5. were clattering
  6. were clattering
future
  1. shall clatter
  2. will clatter
  3. will clatter
  4. shall clatter
  5. will clatter
  6. will clatter
continuous present
  1. am clattering
  2. are clattering
  3. is clattering
  4. are clattering
  5. are clattering
  6. are clattering
subjunctive
  1. be clattered
  2. be clattered
  3. be clattered
  4. be clattered
  5. be clattered
  6. be clattered
diverse
  1. clatter!
  2. let's clatter!
  5. clattered
  6. clattering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

clatter [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the clatter (rattling; jingling; clanking)
    het gekletter; het gerammel
  2. the clatter (rattle; clapper; cracker; tattler; clacker)
    de klepper
    • klepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor clatter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gekletter clanking; clatter; jingling; rattling
gerammel clanking; clatter; jingling; rattling
kleppen clacks; clappers; dampers; flaps
klepper clacker; clapper; clatter; cracker; rattle; tattler
klossen bobbinning; clumping
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klakken clack; clapper; clatter
kleppen clack; clapper; clatter
klossen clatter; clump
lopen met geluid clatter; clump
luidkeels iets verkondigen blare; clatter; rant
schetteren blare; clatter; rant
stommelen clatter
tetteren blare; clatter; rant
- brattle; clack
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- patter; rattle

Verwante woorden van "clatter":


Synoniemen voor "clatter":


Verwante definities voor "clatter":

  1. a rattling noise (often produced by rapid movement)1
    • the shutters clattered against the house1
    • the clatter of iron wheels on cobblestones1
  2. make a rattling sound1
    • clattering dishes1

Wiktionary: clatter

Cross Translation:
FromToVia
• clatter → klakken; klappen; kletteren ↔ claquer — Faire un certain bruit aigu et éclatant.
• clatter → knallen; knappen; kraken ↔ craquer — Traductions à trier suivant le sens







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0312 seconde
Page rendered in 1.0 seconds