Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal clashes

Vertaal clashes van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

clashes:
- schermutselingen
Wiktionary:
- clash → botsen
- clash → botsing
- clash → conflict, geschil, confrontatie, treffen, botsing, flap, houw, klap, mep, slag, gevecht, kamp, strijd, veldslag, shock, hort, schok, stoot, aanrijding, aanvaring

Engels

Uitgebreide vertaling voor clashes (Engels) in het Nederlands

clashes:

clashes [the ~] zelfstandig naamwoord

the clashes (skirmishes)
de schermutselingen
- schermutselingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor clashes:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
schermutselingen	clashes; skirmishes

clash:

Vertaal Matrix voor clash:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	brush; clang; clangor; clangoring; clangour; clank; crash; encounter; friction; skirmish
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	collide; jar
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	altercation; bout; encounter; tussle

Synoniemen voor "clash":

clang; clangor; clangour; clangoring; clank; crash; noise
friction; conflict
brush; encounter; skirmish; fight; fighting; combat; scrap
collide; hit; strike; impinge on; run into; collide with
jar; conflict
disagree; differ; dissent; take issue

Verwante definities voor "clash":

a minor short-term fight¹
a loud resonant repeating noise¹
a state of conflict between persons¹
a state of conflict between colors¹
- her dress was a disturbing clash of colors¹
disagree violently¹
- We clashed over the new farm policies¹
crash together with violent impact¹
- Two meteors clashed¹
be incompatible; be or come into conflict¹
- These colors clash¹

Wiktionary: clash

clash

verb

in een conflict of ruzie geraken
- botsen → clashh; clash

noun

een conflict of ruzie
- botsing → clash

Cross Translation:

From	To	Via
• clash	→ conflict; geschil	↔ Konflikt — Gegensatz von Meinungen oder Interessen
• clash	→ confrontatie; treffen; botsing	↔ affrontement — action de batailler, de combattre, de défier.
• clash	→ flap; houw; klap; mep; slag; gevecht; kamp; strijd; treffen; veldslag	↔ bataille — guerre\|fr combat général entre deux armées.
• clash	→ shock; hort; schok; stoot; aanrijding; aanvaring; botsing	↔ choc — collision brusque, impact d’un corps avec un autre corps.
• clash	→ gevecht; kamp; slag; strijd; treffen; veldslag	↔ combat — action par laquelle on attaquer et l’on se défendre.
• clash	→ conflict	↔ conflit — Lutte armée

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University