Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal children

Vertaal children van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. children:
  2. child:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor children (Engels) in het Nederlands

children:

children [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the children (descendants; offspring; progeny; brood; successors)
    de kinderen; de nakomelingen; het nageslacht; het broed; het kroost; het gebroed; de telgen
    • kinderen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • nakomelingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • nageslacht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • broed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kroost [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gebroed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • telgen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor children:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broed brood; children; descendants; offspring; progeny; successors brood
gebroed brood; children; descendants; offspring; progeny; successors brood; brooding; rabble; ragtag; riff-raff; scum; sitting; vermin; young animals
kinderen brood; children; descendants; offspring; progeny; successors
kroost brood; children; descendants; offspring; progeny; successors
nageslacht brood; children; descendants; offspring; progeny; successors
nakomelingen brood; children; descendants; offspring; progeny; successors descendants
telgen brood; children; descendants; offspring; progeny; successors descendants

Verwante woorden van "children":


child:

child [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the child (infant; lass; little girl; little child)
    het kind; het klein meisje; de kleuter; het kleintje; kleine jongen; klein kind
  2. the child (infant; kiddy; little child; baby)
    de kleuter; klein kind
  3. the child (infant; baby; little girl; bint)
    het wichtje
    • wichtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. the child (infant; little girl; bint; baby)
    het wicht
    • wicht [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. the child
    het kind
    • kind [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. the child
    – In a tree structure, the relationship of a node to its immediate predecessor. 1
    onderliggend knooppunt
  7. the child (child element)
    – In a tree structure, an element that is contained by a parent element. A subordinate element. 1
    onderliggend; onderliggend element
  8. the child
    – An account holder who is a family member, but not a parent, and who has limited use of the Internet. Children can view their own settings, but they can't change them. 1
    het kind
    • kind [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor child:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kind child; infant; lass; little child; little girl baby
klein kind baby; child; infant; kiddy; lass; little child; little girl baby; infant; kid; kiddy; little child; little kid; nipper; small child; small one; tike; tiny tot; toddler; tot; tyke
klein meisje child; infant; lass; little child; little girl
kleine jongen child; infant; lass; little child; little girl baby boy
kleintje child; infant; lass; little child; little girl baby; infant; kid; kiddy; little child; little kid; nipper; small child; small one; tike; tiny tot; toddler; tot; tyke
kleuter baby; child; infant; kiddy; lass; little child; little girl
wicht baby; bint; child; infant; little girl
wichtje baby; bint; child; infant; little girl
- baby; kid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderliggend child; child element underlying
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderliggend element child; child element
onderliggend knooppunt child child node
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- descendant; descendent

Verwante woorden van "child":


Synoniemen voor "child":


Antoniemen van "child":


Verwante definities voor "child":

  1. a human offspring (son or daughter) of any age2
    • they had three children2
  2. an immature childish person2
    • he remained a child in practical matters as long as he lived2
  3. a member of a clan or tribe2
    • the children of Israel2
  4. In a tree structure, the relationship of a node to its immediate predecessor.1
  5. In a tree structure, an element that is contained by a parent element. A subordinate element.1
  6. An account holder who is a family member, but not a parent, and who has limited use of the Internet. Children can view their own settings, but they can't change them.1

Wiktionary: child

child
noun
  1. a female or male child, a daughter or son
  2. (computing) object which has a subservient or derivative role relative to another object
  3. a minor
Cross Translation:
FromToVia
• child → kind ↔ Kind — heranwachsender Mensch, kein Baby mehr, aber noch kein Jugendlicher
• child → kind ↔ Kind — Mensch, mit Bezug auf seine familiäre Zugehörigkeit (Beziehung der Abkommenschaft)
• child → kind ↔ Kind — vertrauliche Anrede

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van children







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0505 seconde
Page rendered in 1.0 seconds