Cavity in het Nederlands vertaald uit het Engels

Engels

Uitgebreide vertaling voor cavity (Engels) in het Nederlands

cavity:

cavity [the ~] zelfstandig naamwoord

the cavity (cleft; gap; interstice; cut-away; opening; hole; crevice; gash; fissure; cranny; saving)
de kloof; de reet; de uitsparing; de inkeping; het gat; de opening; de scheur; het split; de barst; de groef
- kloof [de ~] zelfstandig naamwoord
- reet [de ~] zelfstandig naamwoord
- uitsparing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- inkeping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gat [het ~] zelfstandig naamwoord
- opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- scheur [de ~] zelfstandig naamwoord
- split [het ~] zelfstandig naamwoord
- barst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- groef [de ~] zelfstandig naamwoord
the cavity (hole; hollow)
de kuil; de uitholling
- kuil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- uitholling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the cavity (niche; alcove; hollow)
de holte; muurnis; de nis; de uitholling
- holte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- muurnis [znw.] zelfstandig naamwoord
- nis [de ~] zelfstandig naamwoord
- uitholling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the cavity (niche)
de niche
- niche [de ~] zelfstandig naamwoord
the cavity (niche; compartment)
holle ruimte; de hol
- holle ruimte [znw.] zelfstandig naamwoord
- hol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the cavity (tooth decay; dental disease)
de cariës
- cariës [de ~] zelfstandig naamwoord
the cavity (compartment; niche)
het compartiment; de coupé
- compartiment [het ~] zelfstandig naamwoord
- coupé [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cavity:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
barst	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	crack; cracking; crash; flaw
cariës	cavity; dental disease; tooth decay
compartiment	cavity; compartment; niche
coupé	cavity; compartment; niche
gat	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	anus; arse; breach; hamlet; hole; leak; leakage
groef	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	furrow; groove
hol	cavity; compartment; niche	burrow; cave; cavern; den; grotto; hole; lair
holle ruimte	cavity; compartment; niche
holte	alcove; cavity; hollow; niche	alcove; niche
inkeping	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	cartel; carving; cut; gash; groove; incision; indentation; nick; notch; score; slash
kloof	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	cleft; cranny; crevice; fissure; opening; recess; space
kuil	cavity; hole; hollow
muurnis	alcove; cavity; hollow; niche
niche	cavity; niche
nis	alcove; cavity; hollow; niche	alcove; niche
opening	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	beginning; breach; cleft; commencement; cranny; crevice; ditch; doorway; fissure; gap; groove; notch; opening; outset; recess; slit; slot; space; split; start; trench
reet	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving
scheur	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	crack; cracking; crash; flaw; rent; rip; split; tear
split	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	broken stones; calcium; chalk; lime; matter; mortar; plaster; quick lime; rubble; slaked lime; slash; slit; stone-chippings; stone-dust; stuff
uitholling	alcove; cavity; hole; hollow; niche
uitsparing	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	cranny; crevice; fissure; opening; recess; space
-	bodily cavity; caries; cavum; dental caries; enclosed space; pit; tooth decay
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hol		empty; hollow; idle; meaningless
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	hole; hollow; housing; indentation; notch; recess

Verwante woorden van "cavity":

concavity, cavities

Synoniemen voor "cavity":

pit; hole; hollow
enclosed space; space
caries; dental caries; tooth decay; decay
bodily cavity; cavum; structure; anatomical structure; complex body part; bodily structure; body structure

Verwante definities voor "cavity":

(anatomy) a natural hollow or sinus within the body¹
a sizeable hole (usually in the ground)¹
soft decayed area in a tooth; progressive decay can lead to the death of a tooth¹
space that is surrounded by something¹

Wiktionary: cavity

cavity

noun

een gat of ruimte bijv. gaatje door tandbederf
- caviteit → cavity
een geval van tandwolf
- gat → cavity
een lege ruimte ingesloten is iets anders
- holte → hollow; cavity

Cross Translation:

From	To	Via
• cavity	→ gat; hol; holte; kuil; put	↔ creux — cavité, concavité, trou.

Vertaal cavity van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cavity (Engels) in het Nederlands

cavity:

cavity [the ~] zelfstandig naamwoord

the cavity (cleft; gap; interstice; cut-away; opening; hole; crevice; gash; fissure; cranny; saving)

the cavity (hole; hollow)

the cavity (niche; alcove; hollow)

the cavity (niche)

the cavity (niche; compartment)

the cavity (tooth decay; dental disease)

the cavity (compartment; niche)

Vertaal Matrix voor cavity:

Verwante woorden van "cavity":

Synoniemen voor "cavity":

Verwante definities voor "cavity":

Wiktionary: cavity

Verwante vertalingen van cavity