Caution in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

caution:
- voorzichtigheid; behoedzaamheid; bedachtzaamheid; bezonnenheid; waakzaamheid; omzichtigheid; met beleid
Wiktionary:
- caution → manen, waarschuwen
- caution → omzichtigheid, voorzorg, voorzichtigheid, borg, borgsom, garantie, waarborg, waarschuwing
- caution → waarschuwen, verwittigen, beleid, omzichtigheid, voorzichtigheid, bedachtzaamheid, vooruitziende blik, voorzorg, aanbeveling, recommandatie, boeking, inschrijving, registratie, waarschuwing

Engels

Uitgebreide vertaling voor caution (Engels) in het Nederlands

the caution (prudence)
de voorzichtigheid
- voorzichtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the caution (levelheadedness; wariness; cautiousness; self-composed and sensible)
de behoedzaamheid; de bedachtzaamheid; de bezonnenheid
- behoedzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bedachtzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bezonnenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the caution (cautiousness; wariness; deliberacy; level headedness; cautiones)
de waakzaamheid
- waakzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the caution (cautiousness; circumspection; prudence)
de omzichtigheid; met beleid
- omzichtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- met beleid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedachtzaamheid	caution; cautiousness; levelheadedness; self-composed and sensible; wariness
behoedzaamheid	caution; cautiousness; levelheadedness; self-composed and sensible; wariness
bezonnenheid	caution; cautiousness; levelheadedness; self-composed and sensible; wariness
met beleid	caution; cautiousness; circumspection; prudence
omzichtigheid	caution; cautiousness; circumspection; prudence
voorzichtigheid	caution; prudence
waakzaamheid	caution; cautiones; cautiousness; deliberacy; level headedness; wariness
-	care; carefulness; cautiousness; caveat; circumspection; forethought; precaution
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	admonish; monish

the trait of being cautious; being attentive to possible danger¹
- a man of caution¹
the trait of being circumspect and prudent¹
judiciousness in avoiding harm or danger¹
- he exercised caution in opening the door¹
a warning against certain acts¹
warn strongly; put on guard¹

caution

verb

noun

careful attention, prudence
- caution → omzichtigheid; voorzorg; voorzichtigheid
security; guaranty; bail
- caution → borg; borgsom; garantie; waarborg
precept or warning against evil or danger
- caution → waarschuwing

caution

noun

het voorzichtig zijn
- voorzichtigheid → caution
een mededeling dat er onaangename gevolgen op til zijn
- waarschuwing → warning; caution

Cross Translation:

From	To	Via
• caution	→ waarschuwen; verwittigen	↔ avertir — informer quelqu’un de quelque chose.
• caution	→ beleid; omzichtigheid; voorzichtigheid	↔ prudence — attitude d’esprit de celui qui, réfléchissant à la portée et aux conséquences de ses actes, prend ses dispositions pour éviter des erreurs ou fautes, des dangers possibles, s’abstenir de tout ce qu’il croit pouvoir être source de dommage, ou pou
• caution	→ beleid; omzichtigheid; voorzichtigheid; bedachtzaamheid; vooruitziende blik; voorzorg	↔ précaution — Ce qu’on fait par prévoyance, pour ne pas tomber en quelque inconvénient, pour éviter quelque mal.
• caution	→ aanbeveling; recommandatie; boeking; inschrijving; registratie; waarschuwing	↔ recommandation — exhortation instante, conseil pressant.