Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cash card:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor cash card (Engels) in het Nederlands

cash card:

cash card [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cash card
    de bankpas; de pas
    • bankpas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the cash card (banker's card; PIN card; credit card; plastic money)
    de betaalpas

Vertaal Matrix voor cash card:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bankpas cash card
betaalpas PIN card; banker's card; cash card; credit card; plastic money check card; debit card
pas cash card mountain pass; pass; pass-port; passport; permit; step; stride
- cashcard
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pas even; just; lately; one minute ago; only; recently; the other day

Synoniemen voor "cash card":


Verwante definities voor "cash card":

  1. a credit card that entitles the holder to receive cash1

Wiktionary: cash card

cash card
noun
  1. betaalkaart waarmee bedragen rechtstreeks worden afgeschreven van de bankrekening van de betaler.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van cash card