Engels

Uitgebreide vertaling voor cans (Engels) in het Nederlands

cans:

cans [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cans (tins; containers; jars; canisters; jugs)
    blikjes
    • blikjes [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. the cans (canisters; jugs; jars; tins; containers)
    busjes
    • busjes [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cans:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blikjes canisters; cans; containers; jars; jugs; tins
busjes canisters; cans; containers; jars; jugs; tins

Verwante woorden van "cans":


cans vorm van can:

can [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the can (tin)
    het conservenblik; de blik
  2. the can (storage can; canister; tin; )
    de blik; de bus; het blikje; opbergblik; de trommel
    • blik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bus [de ~] zelfstandig naamwoord
    • blikje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • opbergblik [znw.] zelfstandig naamwoord
    • trommel [de ~] zelfstandig naamwoord

to can werkwoord (cans, canned, canning)

  1. to can (preserve; keep; tin)
    inmaken; inblikken; in blik conserveren
    • inmaken werkwoord (maak in, maakt in, maakte in, maakten in, ingemaakt)
    • inblikken werkwoord (blik in, blikt in, blikte in, blikten in, ingeblikt)
  2. to can (bottle; tin)
    inmaken; wecken
    • inmaken werkwoord (maak in, maakt in, maakte in, maakten in, ingemaakt)
    • wecken werkwoord (weck, weckt, weckte, weckten, geweckt)

Conjugations for can:

present
  1. can
  2. can
  3. cans
  4. can
  5. can
  6. can
simple past
  1. canned
  2. canned
  3. canned
  4. canned
  5. canned
  6. canned
present perfect
  1. have canned
  2. have canned
  3. has canned
  4. have canned
  5. have canned
  6. have canned
past continuous
  1. was canning
  2. were canning
  3. was canning
  4. were canning
  5. were canning
  6. were canning
future
  1. shall can
  2. will can
  3. will can
  4. shall can
  5. will can
  6. will can
continuous present
  1. am canning
  2. are canning
  3. is canning
  4. are canning
  5. are canning
  6. are canning
subjunctive
  1. be canned
  2. be canned
  3. be canned
  4. be canned
  5. be canned
  6. be canned
diverse
  1. can!
  2. let's can!
  3. canned
  4. canning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

can

  1. can (tin-plate; tin)
    het dun metaal; het blik
    • dun metaal [het ~] zelfstandig naamwoord
    • blik [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor can:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blik bin; box; can; canister; container; little can; little drum; storage can; tin; tin-plate glance; metal; tin
blikje bin; box; can; canister; container; little can; little drum; storage can; tin little can
bus bin; box; can; canister; container; little can; little drum; storage can; tin bus; coach; motor-bus; sightseeing coach; tour bus; touringcar
conservenblik can; tin
dun metaal can; tin; tin-plate
opbergblik bin; box; can; canister; container; little can; little drum; storage can; tin
trommel bin; box; can; canister; container; little can; little drum; storage can; tin drum
- bathroom; can buoy; canful; commode; crapper; john; lav; lavatory; pot; potty; privy; stool; throne; tin; tin can; toilet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in blik conserveren can; keep; preserve; tin
inblikken can; keep; preserve; tin
inmaken bottle; can; keep; preserve; tin do in; outclass by far; pickle; salt; souse
wecken bottle; can; tin
- put up; tin
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
blikje lip
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- canister; tin

Verwante woorden van "can":

  • caning, cans, caner

Synoniemen voor "can":


Antoniemen van "can":


Verwante definities voor "can":

  1. airtight sealed metal container for food or drink or paint etc.1
  2. a room or building equipped with one or more toilets1
  3. a plumbing fixture for defecation and urination1
  4. a buoy with a round bottom and conical top1
  5. the quantity contained in a can1
  6. preserve in a can or tin1

Wiktionary: can

can
verb
  1. to shut up
  2. to discard
  3. to preserve
  4. may
  5. to be able
noun
  1. toilet
  2. a tin-plate canister
  3. a container used to carry and dispense water for plants
  4. a more or less cylindrical vessel for liquids
can
noun
  1. een gevangenis
  2. een cilindervormig afgesloten blikken vaatje
verb
  1. voedsel conserveren door het in een blikken vat luchtdicht te verpakken
  2. in staat zijn

Cross Translation:
FromToVia
can blik BüchseBehälter, meist aus Blech
can blik Büchse — (umgangssprachlich) Konservendose
can blik Dose — kleiner Behälter mit Deckel
can kan; bus; blik Kanister — verschließbarer Behälter, meist aus Blech, Plastik, der zum Transport und Aufbewahren von Flüssigkeiten (Wasser, Öl, Treibstoff) benutzt wird
can conservenblik Konservenbüchse — zylinderförmiger Behälter aus Metallblech zur langfristigen Aufbewahrung von Lebensmitteln
can conservenblik Konservendose — runder Behälter zur langfristigen Aufbewahrung von Lebensmitteln
can kunnen können — etwas zu tun vermögen
can kunnen können — etwas beherrschen, wissen; fähig sein, etwas zu tun
can conservenblik; blik blik — een cilindervormig afgesloten blikken vaatje
can doos; bak; etui; foedraal; koker; korf; pot; zak; vat; kist; fles; krat; emmer; kruik; urn; kuip; teil; tobbe baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
can conservenblik boite de conserverécipient métallique servant à conserver les aliments par appertisation.
can blikje canette — Boîte de boisson
can pot; pul; vaas; vat; kan; pan potvase de terre ou de métal servant à divers usages.
can kunnen; mogen pouvoir — Être capable, avoir la faculté, être en état de

Verwante vertalingen van cans