Engels

Uitgebreide vertaling voor bum (Engels) in het Nederlands

bum:

bum [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the bum (bottom; buttocks; ass; )
    de kont; de bibs; het achterwerk; het achterste; de billen; het zitvlak; zitwerk
    • kont [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bibs [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord, mv.
    • achterwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • achterste [het ~] zelfstandig naamwoord
    • billen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zitvlak [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zitwerk [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterste arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump last
achterwerk arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump
bibs arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump
billen arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump
kont arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump
zitvlak arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump
zitwerk arse; ass; backside; behind; bottom; bum; buttocks; fanny; rear; rump
- arse; backside; do-nothing; hobo; idler; layabout; loafer; tramp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cadge; grub; mooch; sponge
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cheap; cheesy; chintzy; crummy; punk; sleazy; tinny
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterste closing; final; hindmost; last

Verwante woorden van "bum":

  • bums

Synoniemen voor "bum":


Verwante definities voor "bum":

  1. of very poor quality; flimsy1
  2. person who does no work1
    • a lazy bum1
  3. a disreputable vagrant1
    • he tried to help the really down-and-out bums1
  4. ask for and get free; be a parasite1

Wiktionary: bum

bum
verb
  1. to beg for something
noun
  1. hobo
  2. informal: butt(ocks) specifically
  3. anus specifically
  4. informal: buttocks or anus

Cross Translation:
FromToVia
bum billen; kont Steißaltertümlich: Gesäß; ein nur bei Menschen und ansatzweise bei Affen ausgeprägtes Körperteil am unteren Rumpfende
bum billen; kont; zitvlak; staartstuk; bips Arschumgangssprachlich, vulgär: für Hinterteil, Po, Gesäß
bum dakloze; zwerver; clochard clochard — péjoratif|fr quelqu'un qui n'a ni argent ni résidence et qui vivre à la rue.
bum achterste; bips; kont; zitvlak cul — Le derrière, les fesses d’un humain
bum bips derrière — Se dit du côté opposé au devant, de la partie postérieure.
bum zwerver vagabond — (term, Souvent péjoratif) personne errante, sans domicile, sans patrie.