Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor brick (Engels) in het Nederlands
brick:
-
the brick (stone)
-
the brick (building block; building stone)
-
the brick
Vertaal Matrix voor brick:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
baksteen | brick; stone | |
bouwsteen | brick; building block; building stone | building block; document element |
steen | brick; stone | boulder; rock; rock formation; stone; stones |
stenen | stones | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stenen | brick; stone | brick-built; of stone |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | building block; card |
Verwante woorden van "brick":
Synoniemen voor "brick":
Verwante definities voor "brick":
Wiktionary: brick
brick
Cross Translation:
verb
noun
brick
-
term for a helpful, reliable person
- brick → kanjer; toeverlaat; beschermengel
-
a building material
-
hardened block used for building
- brick → baksteen
-
made of brick(s)
- brick → bakstenen
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• brick | → steen | ↔ Stein — Bauelement für Gebäude u. ä., Baustein |
• brick | → baksteen | ↔ brique — Bloc de pierre artificielle fabriqué avec de la terre argileuse. |