Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. breaking apart:


Engels

Uitgebreide vertaling voor breaking apart (Engels) in het Nederlands

breaking apart:

breaking apart [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the breaking apart (breaking up; tearing down; taking down)
    opbreken

Vertaal Matrix voor breaking apart:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opbreken breaking apart; breaking up; taking down; tearing down
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opbreken break up; depart; go; go away; leave; suffer from heartburn

Verwante vertalingen van breaking apart