Engels
Uitgebreide vertaling voor branch out (Engels) in het Nederlands
branch out: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- branch: branche; bedrijfstak; economische sector; filiaal; agentschap; bijkantoor; hulpkantoor; afdeling; tak; departement; sectie; detachement; ent; boomtak; beroepsgroep; takje; loot; twijg; vakgroep; deelsoort; vertakking; vertakken; aftakken; zijtak; branche-element; voorwaardelijke branche; uitvoeren als vertakking
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
branch out:
Vertaal Matrix voor branch out:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | broaden; diversify |
Synoniemen voor "branch out":
Antoniemen van "branch out":
Verwante definities voor "branch out":
Computer vertaling door derden: