Brace in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide vertaling voor brace (Engels) in het Nederlands

the brace (accolade)
de accolade
- accolade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the brace (gimlet)
het boortje; kleine boor
- boortje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kleine boor [znw.] zelfstandig naamwoord
the brace (clamp; lock)
de klamp; koeklauw
- klamp [de ~] zelfstandig naamwoord
- koeklauw [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accolade	accolade; brace
boortje	brace; gimlet
klamp	brace; clamp; lock	header course; pile; rick; stack
kleine boor	brace; gimlet
koeklauw	brace; clamp; lock
-	bitstock; braces; bracing; gallus; orthodontic braces; pair; suspender
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	arouse; energise; energize; perk up; poise; stabilise; stabilize; steady; stimulate
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	post; steel

support; strengthener; reinforcement
couple; pair; twosome; twain; span; yoke; couplet; distich; duo; duet; dyad; duad; two; 2; II; deuce
set
punctuation; punctuation mark
rope
suspender; gallus; man's clothing
braces; orthodontic braces; dental appliance
bitstock; stock
bracing; structural member
poise; fix; prepare; set up; ready; gear up; set
steady; stabilize; stabilise; strengthen; beef up; fortify
hold; support; sustain; hold up
stimulate; arouse; energize; energise; perk up; affect

a structural member used to stiffen a framework¹
a carpenter's tool having a crank handle for turning and a socket to hold a bit for boring¹
an appliance that corrects dental irregularities¹
a support that steadies or strengthens something else¹
- he wore a brace on his knee¹
elastic straps that hold trousers up (usually used in the plural)¹
a rope on a square-rigged ship that is used to swing a yard about and secure it¹
either of two punctuation marks ({ or }) used to enclose textual material¹
a set of two similar things considered as a unit¹
cause to be alert and energetic¹
support by bracing¹
support or hold steady and make steadfast, with or as if with a brace¹
- brace your elbows while working on the potter's wheel¹
prepare (oneself) for something unpleasant or difficult¹

brace

noun

scheepvaart|nld een lijn verbonden aan het uiteinde van een ra met als doel de ra ten opzichte van de wind te kunnen draaien
- bras → brace

Cross Translation:

From	To	Via
• brace	→ bretel	↔ Hosenträger — dehnbare Träger, die über die Schultern geführt werden und am Hosenbund befestigt sind, um das Herunterrutschen der Hose zu verhindern
• brace	→ accolade	↔ accolade — Action d’embrasser en mettant les bras autour du cou.
• brace	→ handboor	↔ vilebrequin — Manivelle porte-foret