Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal booth

Vertaal booth van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

booth:
- tent; stand; kraam; stalletje; marktkraam; kraampje
boo:
- boe
- uitjouwen; joelen
Wiktionary:
- booth → cabinet, stand, kraam
- booth → stand, cabine, cockpit, hut, kajuit, stalletje, keet, kraam, loods, schuur, tent
- boo → uitjouwen, bassen, huilen, honen, spotten, bespotten

Engels

Uitgebreide vertaling voor booth (Engels) in het Nederlands

booth:

booth [the ~] zelfstandig naamwoord

the booth (tent)
de tent
- tent [de ~] zelfstandig naamwoord
the booth (stall; stand)
de stand; de kraam; het stalletje
- stand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kraam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- stalletje [het ~] zelfstandig naamwoord
the booth (market stall)
de marktkraam
- marktkraam [de ~] zelfstandig naamwoord
the booth (market stall; stand; stall)
het kraampje
- kraampje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor booth:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kraam	booth; stall; stand
kraampje	booth; market stall; stall; stand
marktkraam	booth; market stall
stalletje	booth; stall; stand
stand	booth; stall; stand	class; level; position; posture; social class; social group; social position; stand
tent	booth; tent
-	cubicle; kiosk; stall

Verwante woorden van "booth":

boo

Synoniemen voor "booth":

table
cubicle; stall; kiosk; closet
Booth; John Wilkes Booth; actor; histrion; player; thespian; role player; assassin; assassinator; bravo
shop; store

Verwante definities voor "booth":

small area set off by walls for special use¹
a small shop at a fair; for selling goods or entertainment¹
a table (in a restaurant or bar) surrounded by two high-backed benches¹

Wiktionary: booth

booth

noun

An enclosure just big enough to accommodate one standing person
- booth → cabinet
A small stall for the display and sale of goods
- booth → stand

booth

noun

verplaatsbare tent waarin (op markten) koopwaar of (op kermissen) vermaak wordt aangeboden
- kraam → booth; stall

Cross Translation:

From	To	Via
• booth	→ stand	↔ Stand — schnell auf- und abbaubare Verkaufsstelle, Verkaufstisch
• booth	→ cabine; cockpit; hut; kajuit	↔ cabine — marine\|fr Petite chambre à coucher, à bord d’un bateau ou d'un aéronat.
• booth	→ stalletje; keet; kraam; loods; schuur; tent	↔ kiosque — urbanisme\|fr siècle\|XVIII Dans l’aménagement des parc et jardin, pavillon pour l’agrément ou la musique, d’inspiration oriental, de structure léger et ouverte et de plan circulaire ou polygonal.
• booth	→ stalletje; keet; kraam; loods; schuur; tent	↔ échoppe — Petite boutique ordinairement en appentis et adossée contre une muraille.

boo:

boo bijvoeglijk naamwoord

boo
boe
- boe bijvoeglijk naamwoord

boo werkwoord

boo (roar; howl)
uitjouwen; joelen
- uitjouwen werkwoord
- joelen werkwoord (joel, joelt, joelde, joelden, gejoeld)

Vertaal Matrix voor boo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
joelen		shout
-	Bronx cheer; bird; hiss; hoot; raspberry; razz; razzing; snort
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
joelen	boo; howl; roar
uitjouwen	boo; howl; roar	call someone names
-	hiss
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boe	boo

Verwante woorden van "boo":

booing, booth

Synoniemen voor "boo":

hoot; Bronx cheer; hiss; raspberry; razzing; razz; snort; bird; cry; outcry; call; yell; shout; vociferation
hiss; condemn

Antoniemen van "boo":

applaud

Verwante definities voor "boo":

a cry or noise made to express displeasure or contempt¹
show displeasure, as after a performance or speech¹

Wiktionary: boo

Cross Translation:

From	To	Via
• boo	→ uitjouwen; bassen; huilen	↔ aboyer — Traductions à trier suivant le sens
• boo	→ honen; spotten; bespotten; uitjouwen	↔ bafouer — traiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux.

Verwante vertalingen van booth

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University