Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal boiler

Vertaal boiler van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. boiler:
  2. boil:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor boiler (Engels) in het Nederlands

boiler:

boiler [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the boiler (hearth; furnace)
    de verwarmingsketel; cv-ketel
  2. the boiler (water boiler; cooker)
    waterkoker; de koker
    • waterkoker [znw.] zelfstandig naamwoord
    • koker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the boiler (steam boiler)
    de stoomketel
  4. the boiler
    de verwarmingsketel

Vertaal Matrix voor boiler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cv-ketel boiler; furnace; hearth
koker boiler; cooker; water boiler case; casing; cover; pencase; shell-hole; tube; tubular case; étui
stoomketel boiler; steam boiler
verwarmingsketel boiler; furnace; hearth
waterkoker boiler; cooker; water boiler
- kettle; steam boiler
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- tub; tub sizing; vat

Verwante woorden van "boiler":


Synoniemen voor "boiler":


Verwante definities voor "boiler":

  1. sealed vessel where water is converted to steam1
  2. a metal pot for stewing or boiling; usually has a lid1

Wiktionary: boiler

boiler
noun
  1. een meestal rond metalen vat, vaak geschikt om onder druk gezet te worden
Cross Translation:
FromToVia
• boiler → geiser ↔ Boiler — Gerät zum Erhitzen von Wasser (z.B. für die Bereitstellung von Warmwasser in Häusern) oder zum Kochen (z.B. in Küchen).
• boiler → stoomketel ↔ chaudière — Appareil de chauffage central
• boiler → ketel; keteldal; kookketel; waterketel ↔ chaudron — (cuisine) Petite chaudière, grosse marmite, généralement en cuivre qui a une anse et qui servir pour les usages de la cuisine.

boil:

boil [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the boil (furuncle)
    de steenpuist; de etterbuil
  2. the boil (festering wound; sore)
    etterende wonde

to boil werkwoord (boils, boiled, boiling)

  1. to boil (scald)
    uitkoken
    • uitkoken werkwoord (kook uit, kookt uit, kookte uit, kookten uit, uitgekookt)
  2. to boil (start boiling; seethe; reach the boiling point)
    aan de kook raken; kookpunt bereiken
    • aan de kook raken werkwoord (raak aan de kook, raakt aan de kook, raakte aan de kook, raakten aan de kook, aan de kook geraakt)
    • kookpunt bereiken werkwoord (bereik 't kookpunt, bereikt 't kookpunt, bereikte 't kookpunt, bereikten 't kookpunt, 't kookpunt bereikt)

Conjugations for boil:

present
  1. boil
  2. boil
  3. boils
  4. boil
  5. boil
  6. boil
simple past
  1. boiled
  2. boiled
  3. boiled
  4. boiled
  5. boiled
  6. boiled
present perfect
  1. have boiled
  2. have boiled
  3. has boiled
  4. have boiled
  5. have boiled
  6. have boiled
past continuous
  1. was boiling
  2. were boiling
  3. was boiling
  4. were boiling
  5. were boiling
  6. were boiling
future
  1. shall boil
  2. will boil
  3. will boil
  4. shall boil
  5. will boil
  6. will boil
continuous present
  1. am boiling
  2. are boiling
  3. is boiling
  4. are boiling
  5. are boiling
  6. are boiling
subjunctive
  1. be boiled
  2. be boiled
  3. be boiled
  4. be boiled
  5. be boiled
  6. be boiled
diverse
  1. boil!
  2. let's boil!
  5. boiled
  6. boiling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor boil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
etterbuil boil; furuncle
etterende wonde boil; festering wound; sore
steenpuist boil; furuncle blotch; bruise; curving; lump; pimple; rounding; swelling; swollen spot; zit
- boiling point; furuncle
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan de kook raken boil; reach the boiling point; seethe; start boiling
kookpunt bereiken boil; reach the boiling point; seethe; start boiling
uitkoken boil; scald
- churn; moil; roil; seethe

Verwante woorden van "boil":


Synoniemen voor "boil":


Antoniemen van "boil":


Verwante definities voor "boil":

  1. the temperature at which a liquid boils at sea level1
    • they brought the water to a boil1
  2. a painful sore with a hard core filled with pus1
  3. immerse or be immersed in a boiling liquid, often for cooking purposes1
    • boil potatoes1
    • boil wool1
  4. bring to, or maintain at, the boiling point1
    • boil this liquid until it evaporates1
  5. come to the boiling point and change from a liquid to vapor1
    • Water boils at 100 degrees Celsius1
  6. be in an agitated emotional state1
  7. be agitated1

Wiktionary: boil

boil
verb
  1. colloquial: of a person, to be uncomfortably hot
  2. begin to turn into a gas
  3. cook in boiling water
  4. heat (a liquid) until it begins to turn into a gas
noun
  1. point at which fluid begins to change to a vapour
  2. accumulation of pus
boil
verb
  1. vloeistof verwarmen totdat er zich in de hele vloeistof bellen vormen die naar boven stijgen en openspringen
Cross Translation:
FromToVia
• boil → borrelen; koken; op het kookpunt zijn; zieden ↔ bouillir — Être dans l’état d’ébullition. Se dit proprement des liquides, lorsque la chaleur ou la fermentation y produit un mouvement et qu’il se forme des bulles à la surface.

Verwante vertalingen van boiler







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0399 seconde
Page rendered in 1.0 seconds