Boiled in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

boiled:
- gekookt
boil:
- steenpuist; etterbuil; etterende wonde
- uitkoken; aan de kook raken; kookpunt bereiken
Wiktionary:
- boil → stikken, koken, aan de kook brengen
- boil → kookpunt, kook, pukkel, puist
- boil → borrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden

Engels

Uitgebreide vertaling voor boiled (Engels) in het Nederlands

boiled:

boiled bijvoeglijk naamwoord

boiled (cooked)
gekookt
- gekookt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor boiled:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	poached; stewed
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gekookt	boiled; cooked

Verwante woorden van "boiled":

unboiled, boil

Synoniemen voor "boiled":

poached; stewed; cooked

Verwante definities voor "boiled":

cooked in hot water¹

boil:

boil [the ~] zelfstandig naamwoord

the boil (furuncle)
de steenpuist; de etterbuil
- steenpuist [de ~] zelfstandig naamwoord
- etterbuil [de ~] zelfstandig naamwoord
the boil (festering wound; sore)
etterende wonde
- etterende wonde [znw.] zelfstandig naamwoord

to boil werkwoord (boils, boiled, boiling)

to boil (scald)
uitkoken
- uitkoken werkwoord (kook uit, kookt uit, kookte uit, kookten uit, uitgekookt)
to boil (start boiling; seethe; reach the boiling point)
aan de kook raken; kookpunt bereiken
- aan de kook raken werkwoord (raak aan de kook, raakt aan de kook, raakte aan de kook, raakten aan de kook, aan de kook geraakt)
- kookpunt bereiken werkwoord (bereik 't kookpunt, bereikt 't kookpunt, bereikte 't kookpunt, bereikten 't kookpunt, 't kookpunt bereikt)

Conjugations for boil:

present

boil
boil
boils
boil
boil
boil

simple past

boiled
boiled
boiled
boiled
boiled
boiled

present perfect

have boiled
have boiled
has boiled
have boiled
have boiled
have boiled

past continuous

was boiling
were boiling
was boiling
were boiling
were boiling
were boiling

future

shall boil
will boil
will boil
shall boil
will boil
will boil

continuous present

am boiling
are boiling
is boiling
are boiling
are boiling
are boiling

subjunctive

be boiled
be boiled
be boiled
be boiled
be boiled
be boiled

diverse

boil!
let's boil!
boiled
boiling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor boil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
etterbuil	boil; furuncle
etterende wonde	boil; festering wound; sore
steenpuist	boil; furuncle	blotch; bruise; curving; lump; pimple; rounding; swelling; swollen spot; zit
-	boiling point; furuncle
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aan de kook raken	boil; reach the boiling point; seethe; start boiling
kookpunt bereiken	boil; reach the boiling point; seethe; start boiling
uitkoken	boil; scald
-	churn; moil; roil; seethe

Verwante woorden van "boil":

boiling, boiled, boils

Synoniemen voor "boil":

furuncle; staphylococcal infection
boiling point; temperature
change state; turn
cook
change; alter; modify
churn; moil; roil; move
seethe; be

Antoniemen van "boil":

freeze

Verwante definities voor "boil":

the temperature at which a liquid boils at sea level¹
- they brought the water to a boil¹
a painful sore with a hard core filled with pus¹
immerse or be immersed in a boiling liquid, often for cooking purposes¹
- boil potatoes¹
- boil wool¹
bring to, or maintain at, the boiling point¹
- boil this liquid until it evaporates¹
come to the boiling point and change from a liquid to vapor¹
- Water boils at 100 degrees Celsius¹
be in an agitated emotional state¹
be agitated¹

Wiktionary: boil

boil

verb

colloquial: of a person, to be uncomfortably hot
- boil → stikken
begin to turn into a gas
- boil → koken
cook in boiling water
- boil → koken
heat (a liquid) until it begins to turn into a gas
- boil → koken; aan de kook brengen

noun

point at which fluid begins to change to a vapour
- boil → kookpunt; kook
accumulation of pus
- boil → pukkel; puist

boil

verb

vloeistof verwarmen totdat er zich in de hele vloeistof bellen vormen die naar boven stijgen en openspringen
- koken → boil

Cross Translation:

From	To	Via
• boil	→ borrelen; koken; op het kookpunt zijn; zieden	↔ bouillir — Être dans l’état d’ébullition. Se dit proprement des liquides, lorsque la chaleur ou la fermentation y produit un mouvement et qu’il se forme des bulles à la surface.

Verwante vertalingen van boiled

hard-boiled

Remove Ads

Vertaal boiled van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boiled (Engels) in het Nederlands

boiled:

boiled bijvoeglijk naamwoord

boiled (cooked)

Vertaal Matrix voor boiled:

Verwante woorden van "boiled":

Synoniemen voor "boiled":

Verwante definities voor "boiled":

boil:

boil [the ~] zelfstandig naamwoord

the boil (furuncle)

the boil (festering wound; sore)

to boil werkwoord (boils, boiled, boiling)

to boil (scald)

to boil (start boiling; seethe; reach the boiling point)

Conjugations for boil:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor boil:

Verwante woorden van "boil":

Synoniemen voor "boil":

Antoniemen van "boil":

Verwante definities voor "boil":

Wiktionary: boil

Verwante vertalingen van boiled