Engels
Uitgebreide vertaling voor bluster (Engels) in het Nederlands
bluster:
-
to bluster (grouse; grumble)
-
to bluster (mutter; sputter; crackle; complain; mumble; grumble)
protesteren; sputteren; tegensputteren; tegenpruttelen-
tegensputteren werkwoord (sputter tegen, sputtert tegen, sputterde tegen, sputterden tegen, tegengesputterd)
-
tegenpruttelen werkwoord (pruttel tegen, pruttelt tegen, pruttelde tegen, pruttelden tegen, tegengeprutteld)
Conjugations for bluster:
present
- bluster
- bluster
- blusters
- bluster
- bluster
- bluster
simple past
- blustered
- blustered
- blustered
- blustered
- blustered
- blustered
present perfect
- have blustered
- have blustered
- has blustered
- have blustered
- have blustered
- have blustered
past continuous
- was blustering
- were blustering
- was blustering
- were blustering
- were blustering
- were blustering
future
- shall bluster
- will bluster
- will bluster
- shall bluster
- will bluster
- will bluster
continuous present
- am blustering
- are blustering
- is blustering
- are blustering
- are blustering
- are blustering
subjunctive
- be blustered
- be blustered
- be blustered
- be blustered
- be blustered
- be blustered
diverse
- bluster!
- let's bluster!
- blustered
- blustering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor bluster:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | braggadocio; bravado; rhodomontade; rodomontade | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kankeren | bluster; grouse; grumble | bellyache; complain; gripe; grouse; grumble |
protesteren | bluster; complain; crackle; grumble; mumble; mutter; sputter | deny; fight back; object; protest; rebut; refute; remonstrate; resist; struggle |
sputteren | bluster; complain; crackle; grumble; mumble; mutter; sputter | |
tegenpruttelen | bluster; complain; crackle; grumble; mumble; mutter; sputter | |
tegensputteren | bluster; complain; crackle; grumble; mumble; mutter; sputter | |
zeuren | bluster; grouse; grumble | carry on one's point; complain; complaint; dawdle; delay; deplore; gripe; harp; linger; nag; procrastinate; put off; retard; saunter; tarry |
- | swagger; swash | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | brag; swagger |
Verwante woorden van "bluster":
Synoniemen voor "bluster":
Verwante definities voor "bluster":
Wiktionary: bluster
bluster
verb
-
op luide en barse toon een bevel geven of zijn ongenoegen uiten.
Computer vertaling door derden: