Engels

Uitgebreide vertaling voor blunders (Engels) in het Nederlands

blunders:

blunders [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the blunders (slips; howlers)
    de flaters; de blunders
    • flaters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • blunders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor blunders:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blunders blunders; howlers; slips
flaters blunders; howlers; slips

Verwante woorden van "blunders":


blunder:

blunder [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the blunder
    de blunder; de flater
    • blunder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • flater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the blunder (error; fault; mistake; )
    de fout; de vergissing; de misgreep; de dwaling; de misslag; het abuis
    • fout [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vergissing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • misgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dwaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • misslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • abuis [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the blunder (blooper; enormity)
    de blunder; de enormiteit
    • blunder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • enormiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. the blunder (mistake; failure; error; miscalculation; miss)
    de vergissing; de fout; de misgreep; de misslag; de misrekening; het misverstand; de blunder; de misstap; de misser
    • vergissing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • fout [de ~] zelfstandig naamwoord
    • misgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • misslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • misrekening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • misverstand [het ~] zelfstandig naamwoord
    • blunder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • misstap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • misser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the blunder (mistake)
    de fout; de misstap
    • fout [de ~] zelfstandig naamwoord
    • misstap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. the blunder (miss; failure)
    misschot; de misser
    • misschot [znw.] zelfstandig naamwoord
    • misser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. the blunder (scream; howler; oversight; )
    de blunder; de domheid; de misgreep; de giller; de flater
    • blunder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • domheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • misgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • giller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • flater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to blunder werkwoord (blunders, blundered, blundering)

  1. to blunder (blab; flap)
    – utter impulsively 1
    flappen
    • flappen werkwoord (flap, flapt, flapte, flapten, geflapt)
  2. to blunder
    blunderen
    • blunderen werkwoord (blunder, blundert, blunderde, blunderden, geblunderd)

Conjugations for blunder:

present
  1. blunder
  2. blunder
  3. blunders
  4. blunder
  5. blunder
  6. blunder
simple past
  1. blundered
  2. blundered
  3. blundered
  4. blundered
  5. blundered
  6. blundered
present perfect
  1. have blundered
  2. have blundered
  3. has blundered
  4. have blundered
  5. have blundered
  6. have blundered
past continuous
  1. was blundering
  2. were blundering
  3. was blundering
  4. were blundering
  5. were blundering
  6. were blundering
future
  1. shall blunder
  2. will blunder
  3. will blunder
  4. shall blunder
  5. will blunder
  6. will blunder
continuous present
  1. am blundering
  2. are blundering
  3. is blundering
  4. are blundering
  5. are blundering
  6. are blundering
subjunctive
  1. be blundered
  2. be blundered
  3. be blundered
  4. be blundered
  5. be blundered
  6. be blundered
diverse
  1. blunder!
  2. let's blunder!
  3. blundered
  4. blundering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor blunder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuis blunder; error; fault; flaw; incorrectness; mistake; oversight; slip
blunder blooper; blunder; enormity; error; failing; failure; fault; flaw; gas; hoot; howler; miscalculation; miss; mistake; oversight; scream; slip
blunderen blundering; slipping
domheid blunder; error; failing; fault; flaw; gas; hoot; howler; mistake; oversight; scream; slip
dwaling blunder; error; fault; flaw; incorrectness; mistake; oversight; slip aberration; digression; straying; wandering
enormiteit blooper; blunder; enormity
flappen banknotes; paper money
flater blunder; error; failing; fault; flaw; gas; hoot; howler; mistake; oversight; scream; slip
fout blunder; error; failure; fault; flaw; incorrectness; miscalculation; miss; mistake; oversight; slip bug; defect; error; failure; fault; flaw; incorrectness; machine defect
giller blunder; error; failing; fault; flaw; gas; hoot; howler; mistake; oversight; scream; slip
misgreep blunder; error; failing; failure; fault; flaw; gas; hoot; howler; incorrectness; miscalculation; miss; mistake; oversight; scream; slip
misrekening blunder; error; failure; miscalculation; miss; mistake blow; comedown; disappointment; letdown; mishap
misschot blunder; failure; miss
misser blunder; error; failure; miscalculation; miss; mistake defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down
misslag blunder; error; failure; fault; flaw; incorrectness; miscalculation; miss; mistake; oversight; slip blow; comedown; disappointment; letdown; mishap
misstap blunder; error; failure; miscalculation; miss; mistake
misverstand blunder; error; failure; miscalculation; miss; mistake misconception; misunderstanding
vergissing blunder; error; failure; fault; flaw; incorrectness; miscalculation; miss; mistake; oversight; slip
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blunderen blunder
flappen blab; blunder; flap
- blunder out; blurt; blurt out; boob; drop the ball; ejaculate; fumble; goof; sin
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuis wrong
fout amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bloomer; error; faux pas; foolishness; go blundering into a th.; mistake

Verwante woorden van "blunder":


Synoniemen voor "blunder":


Verwante definities voor "blunder":

  1. utter impulsively1
    • He blundered his stupid ideas1
  2. make one's way clumsily or blindly1
  3. commit a faux pas or a fault or make a serious mistake1
    • I blundered during the job interview1

Wiktionary: blunder

blunder
noun
  1. mistake

Cross Translation:
FromToVia
blunder blunder Fauxpas — Verstoß gegen Verhaltenskonventionen
blunder blunder SchnitzerFehler, der aus Unachtsamkeit begangen wurde
blunder flater; verwarring bévue — Erreur commise par ignorance ou par inadvertance.
blunder blunder faux pas — faute
blunder aanlengen; aanaarden; beunhazen; knoeien; modderen; verhaspelen; verknoeien; verprutsen gâcher — maçonnerie|fr délayer du plâtre, du mortier avec de l’eau.