Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal blazing

Vertaal blazing van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. blazing:
  2. blaze:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor blazing (Engels) in het Nederlands

blazing:

blazing bijvoeglijk naamwoord

  1. blazing (furious; angry; bitter; )
    kwaad; woedend; zeer boos; giftig; bitter; nijdig
  2. blazing (flaming; burning; glowing)
    vlammend; brandend

Vertaal Matrix voor blazing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwaad Beelzebuub; Lord of Evil; Lucifer; Prince of Darkness; Satan; daemon; demon; devil; wickedness
- blaze
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bitter angry; bitter; blazing; fiery; furious; glaring; indignant; sharp; virulent bitter; dour; sour
brandend blazing; burning; flaming; glowing broiling; burning; scalding
giftig angry; bitter; blazing; fiery; furious; glaring; indignant; sharp; virulent angry; cross; enraged; incensed; malicious; poisoned; poisonous; venominous; venomous; vicious; virulent; vitriolic; wicked; wrathful
kwaad angry; bitter; blazing; fiery; furious; glaring; indignant; sharp; virulent angry; annoyed; cross; enraged; fierce; furious; incensed; infuriated; irate; livid; mad; raging; seething; upset; venomous; vicious; virulent; vitriolic; wicked; wrathful
nijdig angry; bitter; blazing; fiery; furious; glaring; indignant; sharp; virulent angry; annoyed; cross; enraged; envious; fierce; furious; incensed; infuriated; irate; jealous; livid; mad; raging; seething; upset; venomous; vicious; virulent; vitriolic; wicked; wrathful
vlammend blazing; burning; flaming; glowing
woedend angry; bitter; blazing; fiery; furious; glaring; indignant; sharp; virulent annoyed; enraged; fierce; furious; infuriated; irate; mad; raging; upset
- blatant; blinding; conspicuous; dazzling; fulgent; glaring; glary
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- broiling; burning; dazzling; flaming; gaudy; showy
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zeer boos angry; bitter; blazing; fiery; furious; glaring; indignant; sharp; virulent

Verwante woorden van "blazing":


Synoniemen voor "blazing":


Verwante definities voor "blazing":

  1. shining intensely1
    • the blazing sun1
  2. without any attempt at concealment; completely obvious1
    • a blazing indiscretion1
  3. a strong flame that burns brightly1

blazing vorm van blaze:

blaze [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the blaze (fire; flames)
    het vuur; de brand; de fik
    • vuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • brand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • fik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the blaze (flames)
    de vuurzee; de vlammenzee

to blaze werkwoord (blazes, blazed, blazing)

  1. to blaze (beam; radiate; shine; glow with)
    stralen; licht uitzenden; blaken
    • stralen werkwoord (straal, straalt, straalde, straalden, gestraald)
    • licht uitzenden werkwoord
    • blaken werkwoord (blaak, blaakt, blaakte, blaakten, geblaakt)
  2. to blaze (flame)
    vlammen; flikkeren; flakkeren
    • vlammen werkwoord (vlam, vlamt, vlamde, vlamden, gevlamd)
    • flikkeren werkwoord (flikker, flikkert, flikkerde, flikkerden, geflikkerd)
    • flakkeren werkwoord
  3. to blaze (flame)
    laaien
    • laaien werkwoord (laai, laait, laaide, laaiden, gelaaid)
  4. to blaze
    vlammen; vlammen uitslaan
  5. to blaze (be dominantly present; glow with)
    sterk aanwezig zijn; blaken

Conjugations for blaze:

present
  1. blaze
  2. blaze
  3. blazes
  4. blaze
  5. blaze
  6. blaze
simple past
  1. blazed
  2. blazed
  3. blazed
  4. blazed
  5. blazed
  6. blazed
present perfect
  1. have blazed
  2. have blazed
  3. has blazed
  4. have blazed
  5. have blazed
  6. have blazed
past continuous
  1. was blazing
  2. were blazing
  3. was blazing
  4. were blazing
  5. were blazing
  6. were blazing
future
  1. shall blaze
  2. will blaze
  3. will blaze
  4. shall blaze
  5. will blaze
  6. will blaze
continuous present
  1. am blazing
  2. are blazing
  3. is blazing
  4. are blazing
  5. are blazing
  6. are blazing
subjunctive
  1. be blazed
  2. be blazed
  3. be blazed
  4. be blazed
  5. be blazed
  6. be blazed
diverse
  1. blaze!
  2. let's blaze!
  5. blazed
  6. blazing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor blaze:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brand blaze; fire; flames fire
fik blaze; fire; flames
flikkeren flickering; shimmering
stralen beams; rays
vlammenzee blaze; flames
vuur blaze; fire; flames ardor; ardour; assiduity; craze; diligence; fervor; fervour; fieriness; fire; heartiness; log fire; passion; verve; wood fire; zeal; zest; élan
vuurzee blaze; flames
- blazing; brilliance; glare; hell
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blaken be dominantly present; beam; blaze; glow with; radiate; shine
flakkeren blaze; flame
flikkeren blaze; flame beam; drop; fall; flare; flicker; give off light; radiate; shimmer; shine; sparkle; trip up; tumble; twinkle; vibrate
laaien blaze; flame
licht uitzenden beam; blaze; glow with; radiate; shine
sterk aanwezig zijn be dominantly present; blaze; glow with
stralen beam; blaze; glow with; radiate; shine beam; flare; flicker; give off light; radiate; shimmer; shine; shine lightly; sparkle; twinkle; vibrate
vlammen blaze; flame
vlammen uitslaan blaze
- blaze away; blaze out
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dazzle; full blaze; heat

Verwante woorden van "blaze":


Synoniemen voor "blaze":


Verwante definities voor "blaze":

  1. noisy and unrestrained mischief1
    • raising blazes1
  2. a light-colored marking1
    • they chipped off bark to mark the trail with blazes1
    • the horse had a blaze between its eyes1
  3. a light within the field of vision that is brighter than the brightness to which the eyes are adapted1
  4. a cause of difficulty and suffering1
    • go to blazes1
  5. a strong flame that burns brightly1
    • the blaze spread rapidly1
  6. indicate by marking trees with blazes1
    • blaze a trail1
  7. shoot rapidly and repeatedly1
    • He blazed away at the men1
  8. move rapidly and as if blazing1
    • The spaceship blazed out into space1
  9. burn brightly and intensely1
  10. shine brightly and intensively1

Wiktionary: blaze

blaze
verb
  1. . laaien van vlammen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0693 seconde
Page rendered in 1.0 seconds