Engels
Uitgebreide vertaling voor blabber (Engels) in het Nederlands
blabber:
-
the blabber (rattle; waffler; scald-head; blabbermouth; driveller; trifler; ginger-snap; dawdler; stick-in-the-mud; gossip; milksop; chatterbox; chattering fool; slowcoach)
-
the blabber
-
blabber (talkative; garrulous; communicative; chatty; loose-tongued; blabbing; chattish; loose-lipped; silver-tongued; indiscrete; indiscreet; gossipy)
praatziek; spraakzaam; praatgraag; indiscreet; flapuit; mededeelzaam; babbelziek; loslippig; kletserig; kletsgraag; babbelachtig-
praatziek bijvoeglijk naamwoord
-
spraakzaam bijvoeglijk naamwoord
-
praatgraag bijvoeglijk naamwoord
-
indiscreet bijvoeglijk naamwoord
-
flapuit bijvoeglijk naamwoord
-
mededeelzaam bijvoeglijk naamwoord
-
babbelziek bijvoeglijk naamwoord
-
loslippig bijvoeglijk naamwoord
-
kletserig bijvoeglijk naamwoord
-
kletsgraag bijvoeglijk naamwoord
-
babbelachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
blabber
Vertaal Matrix voor blabber:
Verwante woorden van "blabber":
Synoniemen voor "blabber":
Verwante definities voor "blabber":
Computer vertaling door derden: