Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bidder:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bidder (Engels) in het Nederlands

bidder:

bidder [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bidder (principal)
    de opdrachtgever; de lastgever
  2. the bidder (starter)
    de bieder; inzetter
    • bieder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inzetter [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bidder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bieder bidder; starter
inzetter bidder; starter
lastgever bidder; principal
opdrachtgever bidder; principal patron; sponsor; supporter

Verwante woorden van "bidder":

  • bidders

Synoniemen voor "bidder":


Verwante definities voor "bidder":

  1. someone who makes an offer1
  2. someone who makes a bid at cards1

Wiktionary: bidder


Cross Translation:
FromToVia
bidder aanbieder offreur — Personne qui fait une offre.

Verwante vertalingen van bidder