Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- bid:
-
Wiktionary:
- bid → bod
- bid → bieden, gelasten, gebieden, uitnodigen, bidden
- bid → bod, aanbieding, aanbod, voorslag, voorstel, presentatie, uitvoering, voorstelling, optreden, offerte, indienen, presenteren, vertonen, voorstellen, aanbieden, spelen, te koop aanbieden, offeren, opofferen, cadeau geven, schenken, bidden, inroepen, verzoeken, vragen, aanvragen
Engels
Uitgebreide vertaling voor bid (Engels) in het Nederlands
bid:
-
to bid (raise the bid)
-
to bid (dictate; instruct; direct; order)
Conjugations for bid:
present
- bid
- bid
- bids
- bid
- bid
- bid
present perfect
- have bidden
- have bidden
- has bidden
- have bidden
- have bidden
- have bidden
past continuous
- was bidding
- were bidding
- was bidding
- were bidding
- were bidding
- were bidding
future
- shall bid
- will bid
- will bid
- shall bid
- will bid
- will bid
continuous present
- am bidding
- are bidding
- is bidding
- are bidding
- are bidding
- are bidding
subjunctive
- be bidden
- be bidden
- be bidden
- be bidden
- be bidden
- be bidden
diverse
- bid!
- let's bid!
- bidden
- bidding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor bid:
Verwante woorden van "bid":
Synoniemen voor "bid":
Verwante definities voor "bid":
Wiktionary: bid
bid
Cross Translation:
noun
-
offer at an auction
- bid → bod
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bid | → bod | ↔ Gebot — Kaufangebot bei einer Auktion |
• bid | → aanbieding; bod; aanbod; voorslag; voorstel; presentatie; uitvoering; voorstelling; optreden; offerte | ↔ offre — action d’offrir. |
• bid | → indienen; presenteren; vertonen; voorstellen; aanbieden; spelen; te koop aanbieden; offeren; opofferen; cadeau geven; schenken | ↔ offrir — présenter quelque chose à quelqu’un, souhaiter qu’il l’accepter. |
• bid | → bidden; inroepen; verzoeken; vragen; aanvragen | ↔ prier — adorer la divinité en lui demander une grâce, en la remercier d’une grâce. |