Engels

Uitgebreide vertaling voor belts (Engels) in het Nederlands

belts:

belts [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the belts (yoke; braces)
    de koppels; de spannen
    • koppels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • spannen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. the belts (punches; clips; clouts; wallops)
    de oplawaaien; de opdoffers; de opdonders; de opduvels

Vertaal Matrix voor belts:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppels belts; braces; yoke
opdoffers belts; clips; clouts; punches; wallops
opdonders belts; clips; clouts; punches; wallops blows with the fist; physical violence; punch; smacks
opduvels belts; clips; clouts; punches; wallops
oplawaaien belts; clips; clouts; punches; wallops
spannen belts; braces; yoke
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spannen stretch; tighten

Verwante woorden van "belts":


belt:

belt [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the belt (sash)
    de ceintuur; de gordel; de riem
    • ceintuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gordel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the belt
    de broekriem
  3. the belt (waistband)
    de broekband
  4. the belt (waistband; girdle)
    de gordelriem

belt werkwoord

  1. belt (punch; clip)
    een opdonder verkopen
    • een opdonder verkopen werkwoord (verkoop een opdonder, verkoopt een opdonder, verkocht een opdonder, verkochten een opdonder, een opdonder verkopend)

Vertaal Matrix voor belt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broekband belt; waistband
broekriem belt
ceintuur belt; sash
gordel belt; sash area; department; district; domain; dominion; girdle; rampart; region; sphere; territory; thong; zone
gordelriem belt; girdle; waistband
riem belt; sash bridle; girdle; leading strings; oar; thong
- bang; bash; belt ammunition; belted ammunition; knock; rap; smash; swath; whack; whang
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een opdonder verkopen belt; clip; punch
- belt out

Verwante woorden van "belt":


Synoniemen voor "belt":


Antoniemen van "belt":

  • unbelt

Verwante definities voor "belt":

  1. the act of hitting vigorously1
  2. a band to tie or buckle around the body (usually at the waist)1
  3. endless loop of flexible material between two rotating shafts or pulleys1
  4. ammunition (usually of small caliber) loaded in flexible linked strips for use in a machine gun1
  5. a vigorous blow1
  6. an elongated region where a specific condition or characteristic is found1
    • a belt of high pressure1
  7. a path or strip (as cut by one course of mowing)1
  8. fasten with a belt1
    • belt your trousers1
  9. deliver a blow to1
    • He belted his opponent1
  10. sing loudly and forcefully1

Wiktionary: belt

belt
verb
  1. scream
  2. surround
  3. fasten a belt
  4. beat with a belt
noun
  1. geographical region
  2. powerful blow
  3. band used in a machine to help transfer motion or power
  4. band worn around the waist
  5. band used for safety purposes
belt
noun
  1. een band die om het middel gedragen wordt
  2. een band van leer of een ander materiaal

Cross Translation:
FromToVia
belt riem ceinture — Ruban dont on se ceint le milieu du corps
belt riem courroiepièce de cuir ou d’étoffe, coupée en long, étroite, qui sert à lier, à attacher quelque chose.
belt aandrijfriem courroie de transmission — mécanique|fr courroie qui transmet le mouvement de l’arbre de couche d’une machine à des arbres secondaires.
belt riem lanière — Sorte de courroie longue et étroite.

Verwante vertalingen van belts