Engels
Uitgebreide vertaling voor befit (Engels) in het Nederlands
befit:
-
to befit (be suitable; suit; be fit; be right; be all right)
conveniëren; geschikt zijn; uitkomen; passen; deugen; passend zijn-
geschikt zijn werkwoord (ben geschikt, bent geschikt, is geschikt, was geschikt, waren geschikt, geschikt geweest)
-
passend zijn werkwoord (ben passend, bent passend, is passend, was passend, waren passend, passend geweest)
Conjugations for befit:
present
- befit
- befit
- befits
- befit
- befit
- befit
simple past
- befitted
- befitted
- befitted
- befitted
- befitted
- befitted
present perfect
- have befitted
- have befitted
- has befitted
- have befitted
- have befitted
- have befitted
past continuous
- was befitting
- were befitting
- was befitting
- were befitting
- were befitting
- were befitting
future
- shall befit
- will befit
- will befit
- shall befit
- will befit
- will befit
continuous present
- am befitting
- are befitting
- is befitting
- are befitting
- are befitting
- are befitting
subjunctive
- be befitted
- be befitted
- be befitted
- be befitted
- be befitted
- be befitted
diverse
- befit!
- let's befit!
- befitted
- befitting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor befit:
Synoniemen voor "befit":
Verwante definities voor "befit":
Computer vertaling door derden: