Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- bearable:
- bear:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor bearable:
- dragelijk
Engels
Uitgebreide vertaling voor bearable (Engels) in het Nederlands
bearable:
-
bearable (endurable; tolerable)
draaglijk; verdraaglijk; te verdragen-
draaglijk bijvoeglijk naamwoord
-
verdraaglijk bijvoeglijk naamwoord
-
te verdragen bijvoeglijk naamwoord
-
-
bearable (livable; endurable)
-
bearable (tolerable; allowable; permissable; endurable; supportabel)
verdraaglijk; toelaatbaar; tolereerbaar; duldbaar; gedoogbaar-
verdraaglijk bijvoeglijk naamwoord
-
toelaatbaar bijvoeglijk naamwoord
-
tolereerbaar bijvoeglijk naamwoord
-
duldbaar bijvoeglijk naamwoord
-
gedoogbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bearable:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
draaglijk | bearable; endurable; tolerable | |
leefbaar | bearable; endurable; livable | |
toelaatbaar | allowable; bearable; endurable; permissable; supportabel; tolerable | |
verdraaglijk | allowable; bearable; endurable; permissable; supportabel; tolerable | |
- | endurable; sufferable; supportable | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
duldbaar | allowable; bearable; endurable; permissable; supportabel; tolerable | |
gedoogbaar | allowable; bearable; endurable; permissable; supportabel; tolerable | |
te verdragen | bearable; endurable; tolerable | |
tolereerbaar | allowable; bearable; endurable; permissable; supportabel; tolerable |
Verwante woorden van "bearable":
Synoniemen voor "bearable":
Verwante definities voor "bearable":
bearable vorm van bear:
Conjugations for bear:
present
- bear
- bear
- bears
- bear
- bear
- bear
present perfect
- have bore
- have bore
- has bore
- have bore
- have bore
- have bore
past continuous
- was bearing
- were bearing
- was bearing
- were bearing
- were bearing
- were bearing
future
- shall bear
- will bear
- will bear
- shall bear
- will bear
- will bear
continuous present
- am bearing
- are bearing
- is bearing
- are bearing
- are bearing
- are bearing
subjunctive
- be bore
- be bore
- be bore
- be bore
- be bore
- be bore
diverse
- bear!
- let's bear!
- bore
- bearing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the bear
– massive plantigrade carnivorous or omnivorous mammals with long shaggy coats and strong claws 1
Vertaal Matrix voor bear:
Verwante woorden van "bear":
Synoniemen voor "bear":
Antoniemen van "bear":
Verwante definities voor "bear":
Wiktionary: bear
bear
Cross Translation:
verb
noun
bear
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bear | → beer | ↔ Bär — Zoologie: Tier (Raubtier, Säugetier) aus der Familie Ursidae |
• bear | → baren | ↔ gebären — ein Kind zur Welt bringen |
• bear | → baren | ↔ donner naissance — mettre au monde ; accoucher d’un enfant. |
• bear | → doorstaan; lijden; ondergaan; uitstaan; velen; verdragen | ↔ endurer — souffrir, supporter avec fermeté, constance. |
• bear | → beer | ↔ ours — Mammifère. |
• bear | → afwerpen; opbrengen; opleveren; voortbrengen | ↔ produire — engendrer, donner naissance. |