Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bastion:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bastion (Engels) in het Nederlands

bastion:

bastion [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bastion
    de fort; het bastion; het bolwerk
    • fort [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bastion [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bolwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the bastion (fortress; stronghold; fortification)
    het bolwerk
    • bolwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bastion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastion bastion
bolwerk bastion; fortification; fortress; stronghold
fort bastion citadel; fortified area
- citadel

Verwante woorden van "bastion":

  • baste

Synoniemen voor "bastion":


Verwante definities voor "bastion":

  1. projecting part of a rampart or other fortification1
  2. a stronghold into which people could go for shelter during a battle1
  3. a group that defends a principle1
    • a bastion against corruption1
    • the last bastion of communism1

Wiktionary: bastion


Cross Translation:
FromToVia
bastion vesting bastilleouvrage, construction passager ou permanente, qu’on élever soit pour fortifier une place, soit pour l’assiéger.

baste:


Vertaal Matrix voor baste:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- basting; basting stitch; tacking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- batter; clobber; tack
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- tack

Verwante woorden van "baste":


Synoniemen voor "baste":


Verwante definities voor "baste":

  1. a loose temporary sewing stitch to hold layers of fabric together1
  2. cover with liquid before cooking1
    • baste a roast1
  3. sew together loosely, with large stitches1
    • baste a hem1
  4. strike violently and repeatedly1

Wiktionary: baste

baste
verb
  1. met een naald een draad ergens doorvoeren

Computer vertaling door derden: