Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- bandage:
-
Wiktionary:
- bandage → verband
- bandage → omzwachtelen
- bandage → verbinden, zwachtelen, inzwachtelen, omzwachtelen, nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken, baken, inbakeren, omwikkelen, afrossen, roskammen, een verband omleggen, verzorgen van een wond
Engels
Uitgebreide vertaling voor bandage (Engels) in het Nederlands
bandage:
-
the bandage (ligature; swathe)
-
the bandage (mitella; sling)
-
the bandage
-
the bandage (swathing-band; swathe; swaddling bands)
-
to bandage (swathe)
Conjugations for bandage:
present
- bandage
- bandage
- bandages
- bandage
- bandage
- bandage
simple past
- bandaged
- bandaged
- bandaged
- bandaged
- bandaged
- bandaged
present perfect
- have bandaged
- have bandaged
- has bandaged
- have bandaged
- have bandaged
- have bandaged
past continuous
- was bandaging
- were bandaging
- was bandaging
- were bandaging
- were bandaging
- were bandaging
future
- shall bandage
- will bandage
- will bandage
- shall bandage
- will bandage
- will bandage
continuous present
- am bandaging
- are bandaging
- is bandaging
- are bandaging
- are bandaging
- are bandaging
subjunctive
- be bandaged
- be bandaged
- be bandaged
- be bandaged
- be bandaged
- be bandaged
diverse
- bandage!
- let's bandage!
- bandaged
- bandaging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor bandage:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
banddoek | bandage; mitella; sling | |
draagband | bandage; mitella; sling | strap |
draagverband | bandage; mitella; sling | |
mitella | bandage; mitella; sling | |
verband | bandage; ligature; swathe | association; bond; connection; contact; junction; liaison; link; relation; relationship; relative context; sterilized gauze |
windsel | bandage | |
zwachtel | bandage; swaddling bands; swathe; swathing-band | |
zwachteling | bandage; ligature; swathe | |
- | patch | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zwachtelen | bandage; swathe | |
- | bind |
Verwante woorden van "bandage":
Synoniemen voor "bandage":
Verwante definities voor "bandage":
Wiktionary: bandage
bandage
Cross Translation:
noun
bandage
-
medical binding
- bandage → verband
verb
-
geheel omwinden met een zwachtel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bandage | → verbinden; zwachtelen; inzwachtelen; omzwachtelen; nauwer aanhalen; opwinden; spannen; strekken; uitrekken | ↔ bander — (familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler. |
• bandage | → baken; inbakeren; inzwachtelen; omwikkelen | ↔ emmailloter — mettre un petit enfant dans un maillot. |
• bandage | → afrossen; roskammen; een verband omleggen; verzorgen van een wond; verbinden; zwachtelen; inzwachtelen; omzwachtelen | ↔ panser — Soigner une plaie, une blessure, lui faire un pansement. |