Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- badger:
-
Wiktionary:
- badger → lastigvallen, plagen
- badger → das
- badger → das
Engels
Uitgebreide vertaling voor badgering (Engels) in het Nederlands
badgering:
Vertaal Matrix voor badgering:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | bedevilment; torment; worrying | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | persecution; pestering |
Verwante woorden van "badgering":
Synoniemen voor "badgering":
Verwante definities voor "badgering":
badger:
-
to badger (provoke; give rise to; needle; bait)
aanleiding geven tot; provoceren; uitlokken; ophitsen; uitdagen-
aanleiding geven tot werkwoord (geef aanleiding tot, geeft aanleiding tot, gaf aanleiding tot, gaven aanleiding tot, aanleiding gegeven tot)
-
-
to badger (have something on one's mind; nag; pester)
-
to badger (pester; be a nuisance)
-
to badger (fool; tease; vex; swindle; trick; hoax; hoodwink)
in de maling nemen; voor de gek houden; foppen; te pakken nemen-
in de maling nemen werkwoord (neem in de maling, neemt in de maling, nam in de maling, namen in de maling, in de maling genomen)
-
voor de gek houden werkwoord
-
te pakken nemen werkwoord
-
-
to badger (intimidate; terrorize; bully; startle; browbeat; frighten; overawe; terrorise)
-
to badger (nag)
harrewarren-
harrewarren werkwoord
-
-
to badger (chicane; nag; pester)
chicaneren; kleinzielig gedragen-
kleinzielig gedragen werkwoord (gedraag kleinzielig, gedraagt kleinzielig, gedroeg kleinzielig, gedroegen kleinzielig, kleinzielig gedragen)
Conjugations for badger:
present
- badger
- badger
- badgers
- badger
- badger
- badger
simple past
- badgered
- badgered
- badgered
- badgered
- badgered
- badgered
present perfect
- have badgered
- have badgered
- has badgered
- have badgered
- have badgered
- have badgered
past continuous
- was badgering
- were badgering
- was badgering
- were badgering
- were badgering
- were badgering
future
- shall badger
- will badger
- will badger
- shall badger
- will badger
- will badger
continuous present
- am badgering
- are badgering
- is badgering
- are badgering
- are badgering
- are badgering
subjunctive
- be badgered
- be badgered
- be badgered
- be badgered
- be badgered
- be badgered
diverse
- badger!
- let's badger!
- badgered
- badgering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor badger:
Verwante woorden van "badger":
Synoniemen voor "badger":
Verwante definities voor "badger":
Wiktionary: badger
badger
Cross Translation:
verb
-
pester
- badger → lastigvallen; plagen
-
mammal
- badger → das
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• badger | → das | ↔ Dachs — ein Säugetier mit grauem Fell und markanter weiß-schwarzer Fellzeichnung am Kopf, das in den europäischen Wald anzutreffen ist; der Europäischer Dachs |
• badger | → das | ↔ blaireau — Mammifère |
Computer vertaling door derden: