Engels

Uitgebreide vertaling voor avoidable (Engels) in het Nederlands

avoidable:

avoidable bijvoeglijk naamwoord

  1. avoidable
    vermijdbaar

Vertaal Matrix voor avoidable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vermijdbaar avoidable
- avertable; avertible; evitable

Verwante woorden van "avoidable":


Synoniemen voor "avoidable":

  • evitable; avertible; avertable

Antoniemen van "avoidable":


Verwante definities voor "avoidable":

  1. capable of being avoided or warded off1

Wiktionary: avoidable

avoidable
adjective
  1. capable of being avoided, shunned, or escaped
  2. capable of being vacated; liable to be annulled or made invalid; voidable

avoid:

to avoid werkwoord (avoids, avoided, avoiding)

  1. to avoid (evade)
    vermijden; ontduiken; ontlopen; ontwijken
    • vermijden werkwoord (vermijd, vermijdt, vermeed, vermeden, vermeden)
    • ontduiken werkwoord (ontduik, ontduikt, ontdook, ontdoken, ontdoken)
    • ontlopen werkwoord (ontloop, ontloopt, ontliep, ontliepen, ontlopen)
    • ontwijken werkwoord (ontwijk, ontwijkt, ontweek, ontweken, ontweken)
  2. to avoid (keep out of)
    vermijden; mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan
    • vermijden werkwoord (vermijd, vermijdt, vermeed, vermeden, vermeden)
    • mijden werkwoord (mijd, mijdt, meed, meden, gemeden)
    • ontlopen werkwoord (ontloop, ontloopt, ontliep, ontliepen, ontlopen)
    • ontwijken werkwoord (ontwijk, ontwijkt, ontweek, ontweken, ontweken)
    • uit de weg gaan werkwoord (ga uit de weg, gaat uit de weg, ging uit de weg, gingen uit de weg, gingen uit de weg)

Conjugations for avoid:

present
  1. avoid
  2. avoid
  3. avoids
  4. avoid
  5. avoid
  6. avoid
simple past
  1. avoided
  2. avoided
  3. avoided
  4. avoided
  5. avoided
  6. avoided
present perfect
  1. have avoided
  2. have avoided
  3. has avoided
  4. have avoided
  5. have avoided
  6. have avoided
past continuous
  1. was avoiding
  2. were avoiding
  3. was avoiding
  4. were avoiding
  5. were avoiding
  6. were avoiding
future
  1. shall avoid
  2. will avoid
  3. will avoid
  4. shall avoid
  5. will avoid
  6. will avoid
continuous present
  1. am avoiding
  2. are avoiding
  3. is avoiding
  4. are avoiding
  5. are avoiding
  6. are avoiding
subjunctive
  1. be avoided
  2. be avoided
  3. be avoided
  4. be avoided
  5. be avoided
  6. be avoided
diverse
  1. avoid!
  2. let's avoid!
  3. avoided
  4. avoiding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor avoid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mijden avoidance; avoiding; evading; evasion; outflanking movement; shun; shunning; shying away from; trying to escape from
ontlopen avoidance; avoiding; evading; evasion; outflanking movement; shun; shunning; shying away from; trying to escape from
ontwijken avoidance; avoiding; evading; evasion; outflanking movement; shun; shunning; shying away from; trying to escape from
vermijden avoidance; evasion; shun; shunning; shying away from
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mijden avoid; keep out of
ontduiken avoid; evade
ontlopen avoid; evade; keep out of
ontwijken avoid; evade; keep out of
uit de weg gaan avoid; keep out of give way
vermijden avoid; evade; keep out of
- annul; invalidate; keep off; nullify; quash; void

Verwante woorden van "avoid":


Synoniemen voor "avoid":


Antoniemen van "avoid":


Verwante definities voor "avoid":

  1. stay clear from; keep away from; keep out of the way of someone or something1
    • Her former friends now avoid her1
  2. refrain from certain foods or beverages1
    • During Ramadan, Muslims avoid tobacco during the day1
  3. refrain from doing something1
    • He should avoid publishing his wife's memories1
  4. declare invalid1

Wiktionary: avoid

avoid
verb
  1. to keep away from
avoid
verb
  1. ontwijken, trachten niet in aanraking te komen met iets of iemand
  2. trachten te ontwijken

Cross Translation:
FromToVia
avoid vermijden umgehen — ein physisches Hindernis umgehen, einen Umweg nehmen, aber auch mit übertragener Bedeutung: etwas auf eine umständliche Weise erledigen, weil die normale, einfache Weise aus irgendeinem Grunde in diesem Falle nicht funktioniert
avoid lekken fuir — S’éloigner à toute vitesse, par peur.
avoid decoreren; sieren; opsieren; tooien; uitdossen; versieren; mijden; ontwijken; uit de weg gaan; vermijden parer — Traductions à trier suivant le sens
avoid mijden; ontwijken; uit de weg gaan; vermijden éviter — Échapper à