Averages in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

averages:
- gemiddelden; doorsneden
average:
- gemiddeld; medium; middelmatig; doorsnee; modaal; matig; meest voorkomend; gematigd; getemperd; middelmatige; alledaagse; in doorsnee
- gemiddelde; doorsnee; middelmatigheid; middelmaat
Wiktionary:
- average → gemiddelde, gemiddeld, middelmatig
- average → gemiddelde, doorsnee
- average → averij, gemiddelde, midden, eigenaardig, typisch, vertegenwoordigend

Engels

Uitgebreide vertaling voor averages (Engels) in het Nederlands

averages:

averages [the ~] zelfstandig naamwoord

the averages (norms)
de gemiddelden; de doorsneden
- gemiddelden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- doorsneden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor averages:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doorsneden	averages; norms	cuts; cuttings; intersections; piercings; sections; slashes
gemiddelden	averages; norms

Verwante woorden van "averages":

average

average:

average bijvoeglijk naamwoord

average (medium)
gemiddeld; medium; middelmatig; doorsnee; modaal
- gemiddeld bijvoeglijk naamwoord
- medium bijvoeglijk naamwoord
- middelmatig bijvoeglijk naamwoord
- doorsnee bijvoeglijk naamwoord
- modaal bijvoeglijk naamwoord
average (mediocre; middling; so-so)
matig; middelmatig
- matig bijvoeglijk naamwoord
- middelmatig bijvoeglijk naamwoord
average (modal)

– relating to or constituting the most frequent value in a distribution ¹
modaal; meest voorkomend; gemiddeld
- modaal bijvoeglijk naamwoord
- meest voorkomend bijvoeglijk naamwoord
- gemiddeld bijvoeglijk naamwoord
average (moderate)
gematigd; getemperd
- gematigd bijvoeglijk naamwoord
- getemperd bijvoeglijk naamwoord
average (mediocre; moderate)
middelmatige
- middelmatige bijvoeglijk naamwoord
average (common; mediocre)
alledaagse
- alledaagse bijvoeglijk naamwoord
average (on average)
in doorsnee
- in doorsnee bijvoeglijk naamwoord

average [the ~] zelfstandig naamwoord

the average

– an intermediate scale value regarded as normal or usual ¹
het gemiddelde; de doorsnee
- gemiddelde [het ~] zelfstandig naamwoord
- doorsnee [de ~] zelfstandig naamwoord
the average (moderateness; mediocrity)
de middelmatigheid; de middelmaat; de doorsnee
- middelmatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- middelmaat [de ~] zelfstandig naamwoord
- doorsnee [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor average:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doorsnee	average; mediocrity; moderateness	section
gemiddelde	average
medium		intermediary; medium; recording medium
middelmaat	average; mediocrity; moderateness
middelmatigheid	average; mediocrity; moderateness
-	norm
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	average out
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gematigd	average; moderate
gemiddeld	average; medium; modal	medium
matig	average; mediocre; middling; so-so	austere; feeble; frugal; mediocre; not bad; not very good; poor; scanty; sober
middelmatig	average; mediocre; medium; middling; so-so	feeble; mediocre; not bad; not very good; poor
modaal	average; medium; modal
-	fair; intermediate; mean; median; mediocre; medium; middling; modal; ordinary
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	mean value
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alledaagse	average; common; mediocre
doorsnee	average; medium
getemperd	average; moderate
in doorsnee	average; on average
medium	average; medium
meest voorkomend	average; modal
middelmatige	average; mediocre; moderate

Verwante woorden van "average":

averages, averagely

Synoniemen voor "average":

mean; normal
ordinary; common
fair; mediocre; middling; ordinary
intermediate; medium; moderate
modal
median
norm; statistic
average out; total; number; add up; come; amount
achieve; accomplish; attain; reach
calculate; cipher; cypher; compute; work out; reckon; figure

Verwante definities voor "average":

lacking special distinction, rank, or status; commonly encountered¹
- average people¹
around the middle of a scale of evaluation¹
- an orange of average size¹
approximating the statistical norm or average or expected value¹
- the average income in New England is below that of the nation¹
- of average height for his age¹
relating to or constituting the middle value of an ordered set of values (or the average of the middle two in a set with an even number of values)¹
relating to or constituting the most frequent value in a distribution¹
- the average age of retirement is 66²
lacking exceptional quality or ability¹
- a novel of average merit¹
- the caliber of the students has gone from mediocre to above average¹
an intermediate scale value regarded as normal or usual¹
- he is about average in height¹
- the snowfall this month is below average¹
a statistic describing the location of a distribution¹
(sports) the ratio of successful performances to opportunities¹
compute the average of¹
achieve or reach on average¹
- He averaged a C¹
amount to or come to an average, without loss or gain¹
- The number of hours I work per work averages out to 40¹

Wiktionary: average

average

adjective

constituting or relating to the average
- average → gemiddelde

noun

arithmetic mean
- average → gemiddelde

average

noun

iets of iemand waarvan de eigenschappen dicht bij het gemiddelde liggen
- doorsnee → average; common
de som van een aantal getallen gedeeld door het aantal ervan
- gemiddelde → average; mean

adjective

tot de middenmoot behorend
- gemiddeld → average; mean; medium
zich rond het gemiddelde bevinden
- middelmatig → average
niet in positieve zin opvallen
- middelmatig → average

Cross Translation:

From	To	Via
• average	→ averij	↔ Havarie — Seefahrt: Schiffsunglück, Schiffsunfall (Schiffbruch)
• average	→ gemiddelde	↔ Mittel — Kurzform von: Ergebnis der Mittelung
• average	→ averij	↔ avarie — marine\|fr dommage survenir à un bâtiment ou aux marchandises dont il charger.
• average	→ midden	↔ milieu — Endroit qui, dans un lieu ou un objet, est également distant de la périphérie ou des extrémités (Sens général)
• average	→ gemiddelde	↔ moyenne — grandeur tenir le milieu entre plusieurs autres que l’on rapprocher.
• average	→ eigenaardig; typisch; vertegenwoordigend	↔ représentatif — Qui représenter.

Remove Ads

Vertaal averages van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor averages (Engels) in het Nederlands

averages:

averages [the ~] zelfstandig naamwoord

the averages (norms)

Vertaal Matrix voor averages:

Verwante woorden van "averages":

average:

average bijvoeglijk naamwoord

average (medium)

average (mediocre; middling; so-so)

average (modal)

average (moderate)

average (mediocre; moderate)

average (common; mediocre)

average (on average)

average [the ~] zelfstandig naamwoord

the average

the average (moderateness; mediocrity)

Vertaal Matrix voor average:

Verwante woorden van "average":

Synoniemen voor "average":

Verwante definities voor "average":

Wiktionary: average