Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal assured

Vertaal assured van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

assured:
- verzekerd; onweerlegbaar; vast en zeker
Wiktionary:
- assure → verzekeren, geruststellen, beveiligen, afzekeren
- assure → waarborgen, betuigen, verzekeren

Engels

Uitgebreide vertaling voor assured (Engels) in het Nederlands

assured:

assured bijvoeglijk naamwoord

assured
verzekerd
- verzekerd bijvoeglijk naamwoord
assured (irrefutable; indisputable; conclusive; incontrovertible; sure)
onweerlegbaar; vast en zeker
- onweerlegbaar bijvoeglijk naamwoord
- vast en zeker bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor assured:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
onweerlegbaar	assured; conclusive; incontrovertible; indisputable; irrefutable; sure	indisputable
verzekerd	assured
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vast en zeker	assured; conclusive; incontrovertible; indisputable; irrefutable; sure	absolute; absolutely; actually; certain; certainly; definitely; factually; final; genuinely; indeed; indisputable; positive; really; sure; surely; truly; truthfully; unconditional; undoubted; undoubtedly

Verwante woorden van "assured":

assuredly, assure

Synoniemen voor "assured":

Verwante definities voor "assured":

marked by assurance; exhibiting confidence¹
- she paints with an assured hand¹
characterized by certainty or security¹
- a tiny but assured income¹
- we can never have completely assured lives¹

assure:

Vertaal Matrix voor assure:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	ascertain; check; control; ensure; guarantee; insure; promise; reassure; secure; see; see to it; tell

Verwante woorden van "assure":

reassure, assured

Synoniemen voor "assure":

guarantee; ensure; insure; secure
tell; affirm; verify; assert; avow; aver; swan; swear
persuade
see; check; see to it; control; ascertain
reassure; calm; calm down; quiet; tranquilize; tranquillize; tranquillise; quieten; lull; still
promise; declare

Antoniemen van "assure":

worry

Verwante definities voor "assure":

be careful or certain to do something; make certain of something¹
assure somebody of the truth of something with the intention of giving the listener confidence¹
- I assured him that traveling to Cambodia was safe¹
make a promise or commitment¹
make certain of¹
inform positively and with certainty and confidence¹
cause to feel sure; give reassurance to¹

Wiktionary: assure

assure

verb

to reassure
- assure → verzekeren; geruststellen
to make sure and secure
- assure → beveiligen; afzekeren; verzekeren
to give someone confidence in the trustworthiness of something
- assure → verzekeren

Cross Translation:

From	To	Via
• assure	→ waarborgen	↔ gewährleisten — garantieren, versichern, dass etwas sichergestellt ist
• assure	→ waarborgen	↔ sicherstellen — (transitiv) gewährleisten, garantieren, zusichern, absichern
• assure	→ betuigen; verzekeren	↔ certifier — Témoigner qu’une chose est vraie.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University