Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- argument:
-
Wiktionary:
- argument → argument, betoog, ruzie
- argument → bespreking, storing veroorzaken, benevelen, verdoezelen
Engels
Uitgebreide vertaling voor argument (Engels) in het Nederlands
argument:
-
the argument
-
the argument (disagreement; conflict; dispute; row; quarrel; discord; difference of opinion)
-
the argument (battle of words; disputation; quarrel; disagreement; verbal sword-play; dispute; squabble; verbal duel; debate; verbal dispute)
het dispuut; de debat; de woordenwisseling; het geschil; redestrijd; de ruzie; het twistgesprek; de woordenstrijd; de twist; de redetwist -
the argument (plea bargain; plea)
-
the argument (reasoning; line of thought)
-
the argument (unease about; disagreement; discord)
-
the argument (counterargumentation)
het tegenbetoog -
the argument
– A value that a function or a method uses to perform operations or calculations. The type of argument is specific to the function or method. Common arguments include numbers, text, cell references, and names. 1
Vertaal Matrix voor argument:
Verwante woorden van "argument":
Synoniemen voor "argument":
Verwante definities voor "argument":
Wiktionary: argument
argument
Cross Translation:
noun
argument
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• argument | → bespreking | ↔ Auseinandersetzung — eingehende kritische Beschäftigung (mit etwas) |
• argument | → storing veroorzaken; benevelen; verdoezelen | ↔ brouiller — mettre pêle-mêle, mêler, mélanger. |
Computer vertaling door derden: