Engels

Uitgebreide vertaling voor approve (Engels) in het Nederlands

approve:

to approve werkwoord (approves, approved, approving)

  1. to approve (acknowledge; accept)
    billijken; goedkeuren
    • billijken werkwoord (billijk, billijkt, billijkte, billijkten, gebillijkt)
    • goedkeuren werkwoord (keur goed, keurt goed, keurde goed, keurden goed, goedgekeurd)
  2. to approve (back up; support; agree; shore)
    instemmen; rugsteunen; bijvallen; steunen
    • instemmen werkwoord (stem in, stemt in, stemde in, stemden in, ingestemd)
    • rugsteunen werkwoord
    • bijvallen werkwoord (val bij, valt bij, viel bij, vielen bij, bijgevallen)
    • steunen werkwoord (steun, steunt, steunde, steunden, gesteund)
  3. to approve (agree; back up)
    steunen; bijvallen; gelijk geven
    • steunen werkwoord (steun, steunt, steunde, steunden, gesteund)
    • bijvallen werkwoord (val bij, valt bij, viel bij, vielen bij, bijgevallen)
    • gelijk geven werkwoord (geef gelijk, geeft gelijk, gaf gelijk, gaven gelijk, gelijk gegeven)

Conjugations for approve:

present
  1. approve
  2. approve
  3. approves
  4. approve
  5. approve
  6. approve
simple past
  1. approved
  2. approved
  3. approved
  4. approved
  5. approved
  6. approved
present perfect
  1. have approved
  2. have approved
  3. has approved
  4. have approved
  5. have approved
  6. have approved
past continuous
  1. was approving
  2. were approving
  3. was approving
  4. were approving
  5. were approving
  6. were approving
future
  1. shall approve
  2. will approve
  3. will approve
  4. shall approve
  5. will approve
  6. will approve
continuous present
  1. am approving
  2. are approving
  3. is approving
  4. are approving
  5. are approving
  6. are approving
subjunctive
  1. be approved
  2. be approved
  3. be approved
  4. be approved
  5. be approved
  6. be approved
diverse
  1. approve!
  2. let's approve!
  3. approved
  4. approving
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor approve:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
instemmen approving; assenting
steunen moanings; shores; struts
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijvallen agree; approve; back up; shore; support
billijken accept; acknowledge; approve
gelijk geven agree; approve; back up
goedkeuren accept; acknowledge; approve admit; allow; authorise; authorize; bear out; concede; confirm; give one's fiat to; grant; permit; ratify; sanction; seal; submit to; support; tolerate; uphold; validate
instemmen agree; approve; back up; shore; support agree to; agree with; allow; concede; give in; grant; permit; yield
rugsteunen agree; approve; back up; shore; support carry; carry along; shore; support
steunen agree; approve; back up; shore; support carry; carry along; groan; moan; prop; prop up; shore; support
- O.K.; okay; sanction
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
goedkeuren authorize
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- accept; approve of; assent to

Verwante woorden van "approve":


Synoniemen voor "approve":


Antoniemen van "approve":


Verwante definities voor "approve":

  1. judge to be right or commendable; think well of1
  2. give sanction to1
    • I approve of his educational policies1

Wiktionary: approve

approve
verb
  1. To regard as good; to commend; to be pleased with; to think well of
  2. To sanction officially; to ratify; to confirm; as, to approve the decision of a court-martial
  3. To make or show to be worthy of approbation or acceptance
  4. To make proof of; to demonstrate; to prove or show practically
approve
verb
  1. toestemming verlenen

Cross Translation:
FromToVia
approve toestemming geven; goedkeuren billigen — (transitiv) etwas genehmigen
approve billijken; goedkeuren; toestemming geven billigen — (transitiv) etwas befürworten, begrüßen, gutheißen
approve aanbevelen; aanprijzen; aanraden; recommanderen; adviseren empfehlen — (transitiv) jemanden als vorteilhaft, geeignet, zuverlässig infrage kommend benennen; jemandem anraten, sich für jemanden beziehungsweise etwas zu entscheiden
approve beamen; billijken; goedkeuren; toestemmen approuvertenir pour acceptable.
approve bekennen avouerconfesser et reconnaître qu’une chose être ou n’est pas, en demeurer d’accord.