Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- applaud:
-
Wiktionary:
- applaud → applaudisseren, klappen, toejuichen
- applaud → applaudisseren, bij acclamatie benoemen tot, toejuichen, zijn bijval betuigen, uitroepen tot, adhesie betuigen, afranselen, afrossen, doorroeren, dorsen, houwen, klappen, kloppen, meppen, omroeren, roeren, slaan
Engels
Uitgebreide vertaling voor applaud (Engels) in het Nederlands
applaud:
-
to applaud (clap)
applaudisseren; klappen-
applaudisseren werkwoord (applaudisseer, applaudisseert, applaudisseerde, applaudisseerden, geapplaudisseerd)
-
-
to applaud (cheer; acclaim; hurray)
Conjugations for applaud:
present
- applaud
- applaud
- applauds
- applaud
- applaud
- applaud
simple past
- applauded
- applauded
- applauded
- applauded
- applauded
- applauded
present perfect
- have applauded
- have applauded
- has applauded
- have applauded
- have applauded
- have applauded
past continuous
- was applauding
- were applauding
- was applauding
- were applauding
- were applauding
- were applauding
future
- shall applaud
- will applaud
- will applaud
- shall applaud
- will applaud
- will applaud
continuous present
- am applauding
- are applauding
- is applauding
- are applauding
- are applauding
- are applauding
subjunctive
- be applauded
- be applauded
- be applauded
- be applauded
- be applauded
- be applauded
diverse
- applaud!
- let's applaud!
- applauded
- applauding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor applaud:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klappen | acclaim; applause; blows with the fist; cheer; cracks; ovation; physical violence; punch; smacks | |
toejuichen | encouragement; motivation; stimulation; support | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
applaudisseren | applaud; clap | |
bejubelen | acclaim; applaud; cheer; hurray | |
klappen | applaud; clap | blab; burst; chat; chatter; explode; have a conversation; narrate; rattle; relate; snap; speak; talk; tell |
toejuichen | acclaim; applaud; cheer; hurray | cheer on; encourage; fire; incite; inspire; strike into |
- | acclaim; clap; spat |
Verwante woorden van "applaud":
Synoniemen voor "applaud":
Antoniemen van "applaud":
Verwante definities voor "applaud":
Wiktionary: applaud
applaud
Cross Translation:
verb
applaud
-
to praise, or express approval by words
- applaud → applaudisseren
-
to express approval by clapping
- applaud → applaudisseren; klappen
verb
-
in de handen klappen om goedkeuring of bewondering te tonen
-
applaudisseren
-
met gejuich begroeten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• applaud | → applaudisseren | ↔ applaudieren — Beifall klatschen |
• applaud | → bij acclamatie benoemen tot; toejuichen; zijn bijval betuigen; uitroepen tot | ↔ acclamer — saluer par des acclamations. |
• applaud | → adhesie betuigen; applaudisseren; toejuichen | ↔ applaudir — battre des mains en signe d’approbation. |
• applaud | → afranselen; afrossen; doorroeren; dorsen; houwen; klappen; kloppen; meppen; omroeren; roeren; slaan | ↔ battre — frapper de coups répétés. |