Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ankle:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ankle (Engels) in het Nederlands

ankle:

ankle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ankle (foot joint)
    de enkel; voetgewricht

Vertaal Matrix voor ankle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enkel ankle; foot joint
voetgewricht ankle; foot joint
- ankle joint; articulatio talocruralis; mortise joint
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enkel exclusively; just; only; singular; sole; solitary

Verwante woorden van "ankle":

  • ankles

Synoniemen voor "ankle":

  • ankle joint; mortise joint; articulatio talocruralis; gliding joint; articulatio plana

Verwante definities voor "ankle":

  1. a gliding joint between the distal ends of the tibia and fibula and the proximal end of the talus1

Wiktionary: ankle

ankle
noun
  1. joint between foot and leg
ankle
noun
  1. gewricht dat de voet met het been verbindt

Cross Translation:
FromToVia
ankle enkel Knöchel — vorspringender Knochen am Fußansatz
ankle enkel cheville — Articulation.

Verwante vertalingen van ankle