Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal amputating

Vertaal amputating van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

amputating:
- verwijderen; wegnemen; amputatie; afzetten; amputeren
amputate:
- amputeren; afzetten
Wiktionary:
- amputate → afzetten, amputeren
- amputate → afzetten, amputeren, wegsnijden

Engels

Uitgebreide vertaling voor amputating (Engels) in het Nederlands

amputating:

amputating [the ~] zelfstandig naamwoord

the amputating (removing)
verwijderen; wegnemen
- verwijderen [znw.] zelfstandig naamwoord
- wegnemen [znw.] zelfstandig naamwoord
the amputating (amputation; removing; taking)
wegnemen; de amputatie; afzetten; amputeren
- wegnemen [znw.] zelfstandig naamwoord
- amputatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afzetten [znw.] zelfstandig naamwoord
- amputeren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor amputating:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetten	amputating; amputation; removing; taking
amputatie	amputating; amputation; removing; taking
amputeren	amputating; amputation; removing; taking
verwijderen	amputating; removing
wegnemen	amputating; amputation; removing; taking
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetten		amputate; be deceived; be duped; border; bring to a halt; bring to a standstill; cheat; clearly define; deceive; define; demarcate; diddle; disconnect; dodge; drop; drop off somewhere; edge; extinguish; fence; fence in; fence off; fool; halt; hoodwink; lie; make out; map out; mark out; matter; outline; put down; put out; put someone off; set out; stop; swindle; switch off; trace out; trick; turn off; woodwink
amputeren		amputate
verwijderen		deinstall; delete; depart; discard; dismiss; drop; go away; leave; pruning; remove; take off; uninstall
wegnemen		cadge; collar; collect; come round for; expropriate; fetch; filch; go thieving; make off with; nick; pick up; pilfer; pinch; purloin; remove; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take along; take away

Verwante woorden van "amputating":

amputate

amputate:

to amputate werkwoord (amputates, amputated, amputating)

to amputate
amputeren; afzetten
- amputeren werkwoord (amputeer, amputeert, amputeerde, amputeerden, geamputeerd)
- afzetten werkwoord (zet af, zette af, zetten af, afgezet)

Conjugations for amputate:

present

amputate
amputate
amputates
amputate
amputate
amputate

simple past

amputated
amputated
amputated
amputated
amputated
amputated

present perfect

have amputated
have amputated
has amputated
have amputated
have amputated
have amputated

past continuous

was amputating
were amputating
was amputating
were amputating
were amputating
were amputating

future

shall amputate
will amputate
will amputate
shall amputate
will amputate
will amputate

continuous present

am amputating
are amputating
is amputating
are amputating
are amputating
are amputating

subjunctive

be amputated
be amputated
be amputated
be amputated
be amputated
be amputated

diverse

amputate!
let's amputate!
amputated
amputating

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor amputate:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetten		amputating; amputation; removing; taking
amputeren		amputating; amputation; removing; taking
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetten	amputate	be deceived; be duped; border; bring to a halt; bring to a standstill; cheat; clearly define; deceive; define; demarcate; diddle; disconnect; dodge; drop; drop off somewhere; edge; extinguish; fence; fence in; fence off; fool; halt; hoodwink; lie; make out; map out; mark out; matter; outline; put down; put out; put someone off; set out; stop; swindle; switch off; trace out; trick; turn off; woodwink
amputeren	amputate
-	cut off

Verwante woorden van "amputate":

amputating, amputated, amputation

Synoniemen voor "amputate":

cut off; remove; take; take away; withdraw

Verwante definities voor "amputate":

remove surgically¹
- amputate limbs¹

Wiktionary: amputate

amputate

verb

To surgically remove a body part
- amputate → afzetten; amputeren

amputate

verb

amputeren
- afzetten → entfernen; amputate
een lichaamsdeel chirurgisch verwijderen
- amputeren → amputate

Cross Translation:

From	To	Via
• amputate	→ afzetten; amputeren; wegsnijden	↔ amputer — chir\|fr enlever, à l’aide d’instruments tranchants, un membre, une partie du corps.

Computer vertaling door derden:

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University