Engels

Uitgebreide vertaling voor amount (Engels) in het Nederlands

amount:

amount [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the amount (number; quantity; dose; size)
    de hoeveelheid; de kwantiteit; het aantal
  2. the amount (sum)
    het bedrag
    – een hoeveelheid geld 1
    • bedrag [het ~] zelfstandig naamwoord
      • je krijgt 10 eieren voor een bedrag van 2 gulden1
  3. the amount (sum of money)
    de geldsom
    • geldsom [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. the amount (quantity; number)
    het kwantum; quantum
    • kwantum [het ~] zelfstandig naamwoord
    • quantum [znw.] zelfstandig naamwoord
  5. the amount (total amount; sum total; sum of money)
    totaal bedrag

Vertaal Matrix voor amount:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantal amount; dose; number; quantity; size
bedrag amount; sum
geldsom amount; sum of money
hoeveelheid amount; dose; number; quantity; size lot; parcel; quantity
kwantiteit amount; dose; number; quantity; size degree; extent; intensity
kwantum amount; number; quantity
quantum amount; number; quantity
totaal bedrag amount; sum of money; sum total; total amount
- amount of money; measure; quantity; sum; sum of money; total
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- add up; come; number; total
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- come; quantity; quantum

Verwante woorden van "amount":


Synoniemen voor "amount":


Verwante definities voor "amount":

  1. how much there is or how many there are of something that you can quantify2
  2. the relative magnitude of something with reference to a criterion2
    • an adequate amount of food for four people2
  3. a quantity obtained by the addition of a group of numbers2
  4. a quantity of money2
    • the amount he had in cash was insufficient2
  5. develop into2
    • This idea will never amount to anything2
  6. add up in number or quantity2
    • The bills amounted to $2,0002
  7. be tantamount or equivalent to2
    • Her action amounted to a rebellion2

Wiktionary: amount

amount
verb
  1. to total or evaluate
noun
  1. quantity or volume
  2. total or sum of items
amount
noun
  1. som geld, geldsom.
  2. de kwantiteit waarin iets aanwezig is
  3. een numerieke hoeveelheid

Cross Translation:
FromToVia
amount resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien; belenden; grenzen aan; besturen; brengen; leiden; geleiden; voeren; uitgaan; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot; leiden tot; uitdraaien op; uitlopen op aboutirtoucher par un bout.
amount bedrag montant — Total d’un compte, d’une recette, d’une dépense, etc.
amount aantal; tal; getal nombre — (mathématiques) concept mathématique représentant une quantité.
amount hoeveelheid; kwantiteit; boel; grootheid; sterkte quantité — Tout ce qui peut être mesurer ou nombré, de tout ce qui est susceptible d’accroissement ou de diminution.
amount resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien résulter — S’ensuivre. — note Il s’emploie pour marquer les inductions, les conséquences qu’on tirer d’un discours, d’un raisonnement, d’un examen, d’une recherche, etc.
amount bedrag; som; somma; summa; totaal; totaalbedrag; totaalcijfer somme — (mathématiques) résultat de l’addition de plusieurs nombres.

Verwante vertalingen van amount