Engels

Uitgebreide vertaling voor allocate (Engels) in het Nederlands

allocate:

to allocate werkwoord (allocates, allocated, allocating)

  1. to allocate (allot; assign; confer; bestow on; give)
    toewijzen; toekennen; gunnen; toebedelen; iets toekennen
    • toewijzen werkwoord (wijs toe, wijst toe, wees toe, wezen toe, toegewezen)
    • toekennen werkwoord (ken toe, kent toe, kende toe, kenden toe, toegekend)
    • gunnen werkwoord (gun, gunt, gunde, gunden, gegund)
    • toebedelen werkwoord (bedeel toe, bedeelt toe, bedeelde toe, bedeelden toe, toebedeeld)
    • iets toekennen werkwoord
  2. to allocate (make reservations; reserve; set aside; put aside; put away)
    reserveren; reis boeken; vastleggen; bespreken
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
    • reis boeken werkwoord
    • vastleggen werkwoord (leg vast, legt vast, legde vast, legden vast, vastgelegd)
    • bespreken werkwoord (bespreek, bespreekt, besprak, bespraken, besproken)
  3. to allocate (reserve; set aside; put aside; put away)
    voorbehouden; reserveren
    • voorbehouden werkwoord (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
  4. to allocate
    plaats toekennen; plaatsen
  5. to allocate
    – To reserve a resource, such as sufficient memory, for use by a program. 1
    toewijzen
    • toewijzen werkwoord (wijs toe, wijst toe, wees toe, wezen toe, toegewezen)

Conjugations for allocate:

present
  1. allocate
  2. allocate
  3. allocates
  4. allocate
  5. allocate
  6. allocate
simple past
  1. allocated
  2. allocated
  3. allocated
  4. allocated
  5. allocated
  6. allocated
present perfect
  1. have allocated
  2. have allocated
  3. has allocated
  4. have allocated
  5. have allocated
  6. have allocated
past continuous
  1. was allocating
  2. were allocating
  3. was allocating
  4. were allocating
  5. were allocating
  6. were allocating
future
  1. shall allocate
  2. will allocate
  3. will allocate
  4. shall allocate
  5. will allocate
  6. will allocate
continuous present
  1. am allocating
  2. are allocating
  3. is allocating
  4. are allocating
  5. are allocating
  6. are allocating
subjunctive
  1. be allocated
  2. be allocated
  3. be allocated
  4. be allocated
  5. be allocated
  6. be allocated
diverse
  1. allocate!
  2. let's allocate!
  3. allocated
  4. allocating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor allocate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespreken discussing; talking about
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespreken allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside comment; discuss; review; speak about; talk about; talk it over
gunnen allocate; allot; assign; bestow on; confer; give admit; allow; authorise; authorize; concede; give one's fiat to; grant; permit; submit to; tolerate
iets toekennen allocate; allot; assign; bestow on; confer; give
plaats toekennen allocate
plaatsen allocate accomodate someone; add; assemble; board; construct; deposit; fit; instal; install; lay; laydown; locate; lodge; offer someone lodges; place; position; post; put; put down; set; set down; set up; shelter; situate; station
reis boeken allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside
reserveren allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside put aside; put away; reserve; set aside
toebedelen allocate; allot; assign; bestow on; confer; give
toekennen allocate; allot; assign; bestow on; confer; give authorise; authorize; grant; permit
toewijzen allocate; allot; assign; bestow on; confer; give assign; map
vastleggen allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside anchor; book; chain; enter into; fasten; fasten to a rope; fetter; fix; fix deposit; inscribe; legally bind; list; moor; note; note down; put on fixed deposit; record; register; secure; sign up; tie; tie up; write down
voorbehouden allocate; put aside; put away; reserve; set aside
- apportion

Verwante woorden van "allocate":


Synoniemen voor "allocate":


Verwante definities voor "allocate":

  1. distribute according to a plan or set apart for a special purpose2
    • I am allocating a loaf of bread to everyone on a daily basis2
    • I'm allocating the rations for the camping trip2
  2. To reserve a resource, such as sufficient memory, for use by a program.1

Wiktionary: allocate

allocate
verb
  1. goederen of fondsen een bestemming geven

Cross Translation:
FromToVia
allocate toewijzen; voor het gerecht dagen adjuger — procédure|fr déclarer par autorité de justice qu’une personne devenir propriétaire d’un bien meuble ou immeuble mis à l’enchère.
allocate toewijzen; voor het gerecht dagen assignerdéterminer, faire connaître.
allocate distribueren; rondbrengen; verdelen; ronddelen; rondgeven; uitdelen; uitreiken distribuerrépartir une chose entre plusieurs personnes ou plusieurs endroits.
allocate quotiseren; distribueren; rondbrengen; verdelen répartirpartager, distribuer, attribuer à chacun sa part.
allocate luchten; spuien; uitluchten; ventileren; wannen ventilerrenouveler l’air au moyen d’un ventilateur.