Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. alive:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor alive (Engels) in het Nederlands

alive:

alive bijvoeglijk naamwoord

  1. alive (living)
    levend; in leven

Vertaal Matrix voor alive:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levend alive; living
- active; alert; animated; awake; live
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in leven alive; living

Synoniemen voor "alive":


Antoniemen van "alive":


Verwante definities voor "alive":

  1. capable of erupting1
    • the volcano is very much alive1
  2. possessing life1
    • the happiest person alive1
    • the nerve is alive1
    • doctors are working hard to keep him alive1
    • burned alive1
  3. having life or vigor or spirit1
  4. mentally perceptive and responsive1
    • alive to what is going on1
  5. (often followed by `with') full of life and spirit1
    • she was wonderfully alive for her age1
    • a face alive with mischief1
  6. in operation1
    • keep hope alive1
    • the tradition was still alive1
  7. (followed by `to' or `of') aware of1
    • is alive to the moods of others1

Wiktionary: alive

alive
adjective
  1. in a state of action
  2. having life

Cross Translation:
FromToVia
alive levend lebendig — lebend, am Leben, nicht tot
alive levend; levendig vivant — Qui douer de vie.
alive leven vivredouer de vie, être en vie.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van alive