Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- agent:
-
Wiktionary:
- agent → handelend persoon, bewerker, tussenpersoon, vertegenwoordiger, agent, agens, bemiddelaar
- agent → bedrijver, agent, politieagent, smeris, dealer, vertegenwoordiger, middel, werktuig, stuk gereedschap, apparaat, zaakbezorger, zaakwaarnemer, exponent, makelaar, afgevaardigde, gedelegeerde
Engels
Uitgebreide vertaling voor agent (Engels) in het Nederlands
agent:
-
the agent (representative; selling-agent; dealer; traveling salesman; travelling salesman)
-
the agent (dealer)
-
the agent
– An application that runs on a Simple Network Management Protocol (SNMP) managed device. The agent application is the object of management activities. A computer running SNMP agent software is also sometimes referred to as an agent. 1 -
the agent
– A managed software component that monitors events and performance pertaining to a specific application component, and transmits observations to a host application for display, action, or reporting. 1 -
the agent
– A helper bot for Windows Live Messenger that was developed on the Windows Live Agents platform. 1
Vertaal Matrix voor agent:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agent | agent | constable; officer of police; police officer; policeman; policewoman |
dealer | agent; dealer | |
verkoopagent | agent; dealer; representative; selling-agent; traveling salesman; travelling salesman | |
- | agentive role; broker; factor; federal agent |
Verwante woorden van "agent":
Synoniemen voor "agent":
Verwante definities voor "agent":
Wiktionary: agent
agent
Cross Translation:
noun
agent
-
grammar: performer of the action in a sentence
- agent → handelend persoon
-
active power or cause
- agent → bewerker
-
one who acts in place of another
- agent → tussenpersoon; vertegenwoordiger; agent
-
one who exerts power
- agent → agent
noun
-
een werkzame stof
-
tussenpersoon (intermediair) die partijen tot elkaar probeert te brengen
-
bemiddelaar in zaken of onderhandelingen, persoon die bemiddelt tussen een producent en een consument bij een transactie of tussen twee partijen bij een geschil
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• agent | → bedrijver; agent; politieagent; smeris; dealer; vertegenwoordiger | ↔ agent — Celui, celle, ce qui agit. |
• agent | → middel; werktuig; stuk gereedschap; apparaat | ↔ instrument — objet construire permettant d'exécuter une action. |
• agent | → vertegenwoordiger; zaakbezorger; zaakwaarnemer; exponent; makelaar; afgevaardigde; gedelegeerde | ↔ représentant — Celui, celle qui en représenter un autre, qui tenir sa place, qui recevoir de lui des pouvoirs pour agir en son nom. |
Computer vertaling door derden: