Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor affluence (Engels) in het Nederlands

affluence:

affluence [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the affluence (luxury; abundance)
    de luxe; de overvloed; de weelderigheid; de pracht; de weelde
    • luxe [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • overvloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weelderigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • pracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • weelde [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the affluence (prosperity; welfare; well-being; wealth)
    het welzijn; de voorspoed; het heil
    • welzijn [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heil [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor affluence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heil affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being benediction; blessing; boon
luxe abundance; affluence; luxury
overvloed abundance; affluence; luxury a whole lot; excess; exuberance; heap; load; lot; mass; multitude; overflow; profusion; quite a lot
pracht abundance; affluence; luxury beauty; glory; splendor; splendour
voorspoed affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being benediction; blessing; boon
weelde abundance; affluence; luxury
weelderigheid abundance; affluence; luxury eroticism; sensualism; sensuality
welzijn affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being good health; health; healthiness
- richness

Synoniemen voor "affluence":


Verwante definities voor "affluence":

  1. abundant wealth1

Wiktionary: affluence

affluence
noun
  1. a large amount of wealth

Cross Translation:
FromToVia
affluence overvloed; abundantie; onbekrompenheid; uitbundigheid; weligheid abondance — Grande quantité
affluence welgesteldheid aisanceliberté de corps et d’esprit dans le travail, dans les mouvements, dans les manières, dans le commerce de la vie.
affluence abundantie; overvloed profusiongrand abondance.
affluence rijkdom; luxe; vruchtbaarheid; weligheid richesseopulence, abondance de biens.