Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- affirm:
-
Wiktionary:
- affirm → bevestigen
- affirm → betuigen, verzekeren, bekrachtigen, bevestigen, erkennen, staven, vormen, een eed afleggen, zweren, dringen, haasten, jachten, tot haast aanzetten, urgent zijn, drukken, knellen, persen, pressen, aandrukken, aandringen, accelereren, bespoedigen, verhaasten, versnellen
Engels
Uitgebreide vertaling voor affirm (Engels) in het Nederlands
affirm:
-
to affirm (trace; check; investigate; check out; go through again)
Conjugations for affirm:
present
- affirm
- affirm
- affirms
- affirm
- affirm
- affirm
simple past
- affirmed
- affirmed
- affirmed
- affirmed
- affirmed
- affirmed
present perfect
- have affirmed
- have affirmed
- has affirmed
- have affirmed
- have affirmed
- have affirmed
past continuous
- was affirming
- were affirming
- was affirming
- were affirming
- were affirming
- were affirming
future
- shall affirm
- will affirm
- will affirm
- shall affirm
- will affirm
- will affirm
continuous present
- am affirming
- are affirming
- is affirming
- are affirming
- are affirming
- are affirming
subjunctive
- be affirmed
- be affirmed
- be affirmed
- be affirmed
- be affirmed
- be affirmed
diverse
- affirm!
- let's affirm!
- affirmed
- affirming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor affirm:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
checken | affirm; check; check out; go through again; investigate; trace | |
nagaan | affirm; check; check out; go through again; investigate; trace | audit; check; examine; inspect; prove; verify |
natrekken | affirm; check; check out; go through again; investigate; trace | |
verifiëren | affirm; check; check out; go through again; investigate; trace | |
- | assert; aver; avow; confirm; corroborate; substantiate; support; sustain; swan; swear; verify |
Verwante woorden van "affirm":
Synoniemen voor "affirm":
Antoniemen van "affirm":
Verwante definities voor "affirm":
Wiktionary: affirm
affirm
Cross Translation:
verb
-
zeggen dat iets is zoals gevraagd is of verondersteld wordt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• affirm | → betuigen; verzekeren | ↔ certifier — Témoigner qu’une chose est vraie. |
• affirm | → bekrachtigen; bevestigen; erkennen; staven; vormen | ↔ confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution. |
• affirm | → een eed afleggen; zweren | ↔ jurer — Traductions à trier suivant le sens |
• affirm | → dringen; haasten; jachten; tot haast aanzetten; urgent zijn; drukken; knellen; persen; pressen; aandrukken; aandringen; accelereren; bespoedigen; verhaasten; versnellen | ↔ presser — exercer une pression, serrer plus ou moins fort. |