Affection in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

affection:
- lichamelijke aandoening; aandoening; liefde; genegenheid; innigheid; affectie; gehechtheid; aanhankelijkheid; verknochtheid; toegenegenheid
Wiktionary:
- affection → gevoel, liefde, affectie, min, richting, stemming, strekking, stroming, tendentie, tendens, trend

Engels

Uitgebreide vertaling voor affection (Engels) in het Nederlands

the affection (ailment; disease)
lichamelijke aandoening; de aandoening
- lichamelijke aandoening [znw.] zelfstandig naamwoord
- aandoening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the affection (love; warm heartedness; ardour; fervour; intimacy; ardor; fervor)
de liefde; de genegenheid; de innigheid
- liefde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- genegenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- innigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the affection (attachment; devotion; fondness; dedication)
de affectie; de gehechtheid; de aanhankelijkheid; de verknochtheid
- affectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gehechtheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanhankelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verknochtheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the affection (tenderness; fondness)
de genegenheid; de toegenegenheid
- genegenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- toegenegenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aandoening	affection; ailment; disease
aanhankelijkheid	affection; attachment; dedication; devotion; fondness
affectie	affection; attachment; dedication; devotion; fondness
gehechtheid	affection; attachment; dedication; devotion; fondness
genegenheid	affection; ardor; ardour; fervor; fervour; fondness; intimacy; love; tenderness; warm heartedness	ambition; assiduousness; dedication; devotion; diligence; inclination; passion
innigheid	affection; ardor; ardour; fervor; fervour; intimacy; love; warm heartedness	chumminess; companionableness; cosiness; coziness; daintiness; gentleness; intimacy; lovingness; snugness; tenderness; warm heartedness
lichamelijke aandoening	affection; ailment; disease
liefde	affection; ardor; ardour; fervor; fervour; intimacy; love; warm heartedness
toegenegenheid	affection; fondness; tenderness
verknochtheid	affection; attachment; dedication; devotion; fondness
-	affectionateness; fondness; heart; philia; tenderness; warmheartedness; warmness
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	fondness; penchant

affectionateness; fondness; tenderness; heart; warmness; warmheartedness; philia; feeling

a positive feeling of liking¹
- he had trouble expressing the affection he felt¹

Cross Translation:

From	To	Via
• affection	→ gevoel	↔ Gefühl — Neurologie: das subjektive Erleben von Erregung und hirnchemischer Aktivität
• affection	→ liefde; affectie; min	↔ amour — sentiment intense et agréable qui inciter les êtres à s’unir.
• affection	→ richting; stemming; strekking; stroming; tendentie; tendens; trend	↔ tendance — Action, force par laquelle un corps tend à se mouvoir d’un côté.