Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- affectation:
-
Wiktionary:
- affectation → aanstellerij
Engels
Uitgebreide vertaling voor affectation (Engels) in het Nederlands
affectation:
-
the affectation (swank; pose; put on)
-
the affectation (pretence; artificiality; circumvention; mendacity; sneakiness; untruthfulness; affectedness; far-fetchedness; pretense)
Vertaal Matrix voor affectation:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanstellerij | affectation; pose; put on; swank | |
geaffekteerdheid | affectation; affectedness; artificiality; circumvention; far-fetchedness; mendacity; pretence; pretense; sneakiness; untruthfulness | |
gekunsteldheid | affectation; affectedness; artificiality; circumvention; far-fetchedness; mendacity; pretence; pretense; sneakiness; untruthfulness | |
gemaaktheid | affectation; affectedness; artificiality; circumvention; far-fetchedness; mendacity; pretence; pretense; sneakiness; untruthfulness | |
toneel | affectation; pose; put on; swank | dais; stage |
- | affectedness; mannerism; pose | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | nambi-pambiness |
Verwante woorden van "affectation":
Synoniemen voor "affectation":
Verwante definities voor "affectation":
Wiktionary: affectation
affectation
noun
-
het zich aanstellen