Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. affectation:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor affectation (Engels) in het Nederlands

affectation:

affectation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the affectation (swank; pose; put on)
    de aanstellerij; het toneel
  2. the affectation (pretence; artificiality; circumvention; )
    de gekunsteldheid; geaffekteerdheid; de gemaaktheid

Vertaal Matrix voor affectation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstellerij affectation; pose; put on; swank
geaffekteerdheid affectation; affectedness; artificiality; circumvention; far-fetchedness; mendacity; pretence; pretense; sneakiness; untruthfulness
gekunsteldheid affectation; affectedness; artificiality; circumvention; far-fetchedness; mendacity; pretence; pretense; sneakiness; untruthfulness
gemaaktheid affectation; affectedness; artificiality; circumvention; far-fetchedness; mendacity; pretence; pretense; sneakiness; untruthfulness
toneel affectation; pose; put on; swank dais; stage
- affectedness; mannerism; pose
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- nambi-pambiness

Verwante woorden van "affectation":

  • affectations

Synoniemen voor "affectation":


Verwante definities voor "affectation":

  1. a deliberate pretense or exaggerated display1

Wiktionary: affectation

affectation
noun
  1. het zich aanstellen