Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. adult:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor adults:
    • volwassenen


Engels

Uitgebreide vertaling voor adults (Engels) in het Nederlands

adult:

adult bijvoeglijk naamwoord

  1. adult (mature; full-grown; outgrown; fully grown)
    volwassen; uitgegroeid; volgroeid

adult [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the adult (grown-up)
    de volwassene
  2. the adult (grown-up)
    de meerderjarige

Vertaal Matrix voor adult:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meerderjarige adult; grown-up
volwassene adult; grown-up grown; grown-up
- grownup
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
volgroeid adult; full-grown; fully grown; mature; outgrown
volwassen adult; full-grown; fully grown; mature; outgrown
- big; full-grown; fully grown; grown; grownup; pornographic
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitgegroeid adult; full-grown; fully grown; mature; outgrown

Verwante woorden van "adult":

  • adults

Synoniemen voor "adult":


Antoniemen van "adult":

  • juvenile

Verwante definities voor "adult":

  1. (of animals) fully developed1
    • an adult animal1
  2. designed to arouse lust1
    • adult movies1
  3. any mature animal1
  4. a fully developed person from maturity onward1

Wiktionary: adult

adult
noun
  1. fully grown human
adult
adjective
  1. volwassen
  2. een leeftijd bereikt hebbend waarop men volgroeid en onafhankelijk kan zijn
noun
  1. een persoon die de volwassen leeftijd heeft bereikt waarop men normaal fysiek volgroeid is en normaal en verantwoordelijk kan functioneren in de samenleving

Cross Translation:
FromToVia
adult volwassene großerwachsen
adult volwassene adulte — Personne parvenue à sa maturité psychologique et intellectuelle.
adult volwassen; groot; volgroeid adulte — Qui a terminé sa puberté, dépassé l'adolescence.