Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal actual

Vertaal actual van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. actual:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor actual (Engels) in het Nederlands

actual:

actual bijvoeglijk naamwoord

  1. actual (actually; in fact; really; real)
    eigenlijk; werkelijk
  2. actual (indeed)
    daadwerkelijk; metterdaad
  3. actual (in fact; actually; really; )
    daadwerkelijk; werkelijk; in feite; feitelijk; in werkelijkheid
  4. actual (genuine; truly; really; )
    werkelijk; echt; heus
    • werkelijk bijvoeglijk naamwoord
    • echt bijvoeglijk naamwoord
    • heus bijvoeglijk naamwoord
  5. actual (yes indeed; definitely; actually; )
    inderdaad; jazeker; jawel
  6. actual
    – Pertaining to information that shows what has actually occurred. For example, the actual start date for a task is the day that the task actually started. 1
    werkelijk

Vertaal Matrix voor actual:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echt consummation of marriage; marital state; marital union; marriage; matrimonial band; matrimony; wedlock
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daadwerkelijk actual; actually; as a matter of fact; in fact; indeed; real; really; true
echt actual; genuine; in truth; indeed; it's true; real; really; to be sure; truly effectively; every inch; genuine; in fact; in heart and soul; indeed; real; really; serious; straight; sure; sure enough; truly; unadulterated
eigenlijk actual; actually; in fact; real; really
feitelijk actual; actually; as a matter of fact; in fact; real; really; true actually; certainly; definitely; factually; genuinely; indeed; really; surely; truthfully
heus actual; genuine; in truth; indeed; it's true; real; really; to be sure; truly actually; certainly; definitely; effectively; factually; genuinely; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough; surely; truly; truthfully; undoubtedly
werkelijk actual; actually; as a matter of fact; genuine; in fact; in truth; indeed; it's true; real; really; to be sure; true; truly effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough; true; veritable
- existent; factual; genuine; literal; real
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inderdaad actual; actually; certainly; definitely; in truth; it's true; real; really; to be sure; truly; verily; yes indeed
metterdaad actual; indeed effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
inderdaad indeed; yes
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- real
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in feite actual; actually; as a matter of fact; in fact; real; really; true
in werkelijkheid actual; actually; as a matter of fact; in fact; real; really; true
jawel actual; actually; certainly; definitely; in truth; it's true; real; really; to be sure; truly; verily; yes indeed indeed; well
jazeker actual; actually; certainly; definitely; in truth; it's true; real; really; to be sure; truly; verily; yes indeed certainly; certainly yes; definitely; indeed; positively

Verwante woorden van "actual":


Synoniemen voor "actual":


Antoniemen van "actual":


Verwante definities voor "actual":

  1. presently existing in fact and not merely potential or possible2
    • the predicted temperature and the actual temperature were markedly different2
    • actual and imagined conditions2
  2. being or existing at the present moment2
    • the ship's actual position is 22 miles due south of Key West2
  3. taking place in reality; not pretended or imitated2
    • we saw the actual wedding on television2
    • filmed the actual beating2
  4. existing in act or fact2
    • rocks and trees...the actual world2
    • actual heroism2
    • the actual things that produced the emotion you experienced2
  5. being or reflecting the essential or genuine character of something2
    • her actual motive2
  6. Pertaining to information that shows what has actually occurred. For example, the actual start date for a task is the day that the task actually started.1

Wiktionary: actual

actual
adjective
  1. emphasise a noun
  2. factual, real, not just apparent or even false
  3. in action at the time being
  4. existing in act or reality, not just potentially
actual
adjective
  1. ook echt plaats vindend
  2. daadwerkelijk
  3. bij het heden behorend
adverb
  1. echt plaats vindend
  2. daadwerkelijk
Cross Translation:
FromToVia
• actual → in de mode; mode-; in zwang; modieus; actueel; tegenwoordig; huidig ↔ actuel — Qui se traduit par des actes.
• actual → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk ↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.
• actual → echt; eigenlijk; heus; waar; waarachtig; reëel; werkelijk; daadwerkelijk; wezenlijk ↔ réel — véritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure.

Verwante vertalingen van actual







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0403 seconde
Page rendered in 1.0 seconds