Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- act:
-
Wiktionary:
- act → werken, handelen, reageren, gedragen, optreden, spelen, opvoeren, acteren, toneelspelen, fungeren
- act → akte, handeling, wet, daad, act, bedrijf, prestatie
- act → werk, behandeling, akte, document, bedrijf, bescheid, papier, schriftuur, stuk, oplichterij, functioneren, het doen, in zijn werk gaan, werken, gebaar, geste, beïnvloeden, invloed hebben op, wet, numero, nummer, opereren, maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren, effect sorteren, uitwerking hebben, uitwerken, ageren, bezig zijn, handelen, optreden, te werk gaan, lijken, overkomen, schijnen, toeschijnen, voorkomen, zich vertonen, zichtbaar worden, er uitzien, het uiterlijk hebben van, er uitzien als, opdagen, opdraven, te voorschijn komen, uitkomen, verschijnen, kamer, lokaal, vertrek, bonk, brok, eindje, stukje, homp
Engels
Uitgebreide vertaling voor act (Engels) in het Nederlands
act:
-
to act (do; accomplish)
-
to act (perform)
-
to act (perform)
acteren; toneelspelen-
toneelspelen werkwoord (speel toneel, speelt toneel, speelde toneel, speelden toneel, toneelgespeeld)
-
to act (pretend; play; play-act; perform; dramatize; dramatise)
spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen-
toneelspelen werkwoord (speel toneel, speelt toneel, speelde toneel, speelden toneel, toneelgespeeld)
-
zich aanstellen werkwoord
-
to act (agitate; deal with; deal)
Conjugations for act:
present
- act
- act
- acts
- act
- act
- act
simple past
- acted
- acted
- acted
- acted
- acted
- acted
present perfect
- have acted
- have acted
- has acted
- have acted
- have acted
- have acted
past continuous
- was acting
- were acting
- was acting
- were acting
- were acting
- were acting
future
- shall act
- will act
- will act
- shall act
- will act
- will act
continuous present
- am acting
- are acting
- is acting
- are acting
- are acting
- are acting
subjunctive
- be acted
- be acted
- be acted
- be acted
- be acted
- be acted
diverse
- act!
- let's act!
- acted
- acting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor act:
Verwante woorden van "act":
Synoniemen voor "act":
Antoniemen van "act":
Verwante definities voor "act":
Wiktionary: act
act
Cross Translation:
verb
noun
act
noun
verb
Cross Translation: