Engels

Uitgebreide vertaling voor accord (Engels) in het Nederlands

accord:

accord [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the accord (concord; harmony; conscencus; )
    de eensgezindheid; de harmonie; de eendrachtigheid; de eendracht

Vertaal Matrix voor accord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eendracht accord; concord; conscencus; consensus; consensus of opinion; consonance; harmony; solidarity; unanimity
eendrachtigheid accord; concord; conscencus; consensus; consensus of opinion; consonance; harmony; solidarity; unanimity consensus; harmony; oneness; unanimity; unity
eensgezindheid accord; concord; conscencus; consensus; consensus of opinion; consonance; harmony; solidarity; unanimity alliance; connection; connexion; conscencus; consensus; consensus of opinion; harmony; oneness; solidarity; togetherness; unanimity; unity
harmonie accord; concord; conscencus; consensus; consensus of opinion; consonance; harmony; solidarity; unanimity balance; band; consonance; equilibrium; harmony; orchestra
- accordance; agreement; conformity; pact; treaty
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- agree; allot; concord; consort; fit in; grant; harmonise; harmonize

Verwante woorden van "accord":

  • accords

Synoniemen voor "accord":


Antoniemen van "accord":


Verwante definities voor "accord":

  1. sympathetic compatibility1
  2. a written agreement between two states or sovereigns1
  3. concurrence of opinion1
    • we are in accord with your proposal1
  4. harmony of people's opinions or actions or characters1
  5. allow to have1
  6. go together1

Wiktionary: accord

accord
noun
  1. harmony of sounds
accord
noun
  1. juridisch|nld een regeling waarmee beide partijen genoegen nemen

Cross Translation:
FromToVia
accord stroken; ontspreken; voldoen entsprechen — (mit Dativ) auf gleichem oder angemessenem Niveau sein
accord afspraak; akkoord; schikking; verbintenis accommodementaccord que l’on faire d’un différend, d’une querelle.
accord akkoord accord — union, entente, unisson, harmonie
accord akkoord; overeenstemming; overeenkomst; toerekenbaarheid; verantwoordelijkheid; verantwoording; congruentie; gelijkluidendheid concordance — courant|fr conformité ; analogie ; correspondance ; accord entre les choses.
accord akkoord; overeenstemming; overeenkomst ententeinterprétation qu’on donner à un mot, à une phrase équivoque et susceptible de plusieurs sens.
accord pact; verdrag; afspraak; akkoord; schikking; verbintenis pacteconvention accompagner d’actes publics qui lui donnent un caractère d’une importance primordiale.
accord gedogen; toelaten; toestaan; vergunnen; veroorloven permettre — Donner liberté, pouvoir de faire, de dire. (Sens général).

Verwante vertalingen van accord